Finland is deze week officieel lid geworden van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie, oftewel de NAVO. Met welk doel werd deze organisatie in 1949 gesticht?
Finland zit ingesloten tussen de Europese Unie en Rusland, en heeft daarom lange tijd zijn militaire neutraliteit willen behouden. Maar door de Russische invasie van Oekraïne zijn de Finnen van gedachte veranderd. Toetreding tot de NAVO betekent namelijk onder meer dat Finland kan rekenen op steun van de andere leden als het land wordt aangevallen.
En gisteren, 4 april 2023, was het dan zover. Met het ondertekenen van het Noord-Atlantisch Verdrag door de Finse president Sauli Niinistö en minister van Defensie Antti Kaikkonen, trad Finland officieel toe tot de NAVO – als 31e lid. Exact 74 jaar nadat de organisatie werd opgericht om een blok te vormen tegen het oprukkende communisme.
Lees ook:
Atoomwapen
Om de oprichting van de NAVO te duiden, nemen we je mee naar het einde van de Tweede Wereldoorlog. In februari 1945 komen de geallieerde leiders Jozef Stalin (Sovjet-Unie), Franklin D. Roosevelt (VS) en Winston Churchill (VK) bij elkaar in Jalta, een stad op de Krim. Ze bespreken hier de laatste strategische fase van de strijd tegen het bijna verslagen nazi-Duitsland.
De bondgenoten besluiten dat Duitsland na de oorlog zal worden verdeeld in vier bezettingszones: Oost-Duitsland en Oost-Berlijn komen onder toezicht van de Sovjet-Unie, en de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Frankrijk krijgen zeggenschap over het westen van Duitsland, en bovendien ieder een sector van Berlijn. Dit om te voorkomen dat één leider alle macht in handen krijgt.
Stalin vindt de verdeling niet fair. De bevrijding van Oost-Europa heeft de Sovjet-Unie meer doden gekost dan welk ander geallieerd land dan ook – naar schatting maar liefst 24 miljoen burgers en militairen. Rusland verdiende volgens Stalin dan ook een veel groter deel van Duitsland. Dat hij dit niet krijgt, wakkert zijn wantrouwen in de bondgenoten aan.
Deels is dat terecht, want die houden bewust informatie achter. De Verenigde Staten brengen op 16 juli 1945 namelijk nabij de plaats Alamogordo, in New Mexico, ’s werelds eerste atoomwapen tot ontploffing. De Amerikaanse president Harry Truman, die inmiddels het stokje heeft overgenomen van de aan een beroerte overleden Roosevelt, deelt dit nieuws een dag later met Churchill. De twee besluiten deze ontwikkeling voor zich te houden tot de Russen instemmen hen te helpen in de strijd tegen Japan.
Deze instemming komt er, en Truman laat aan Stalin weten dat de Verenigde Staten een krachtig wapen hebben ontwikkeld – al noemt hij het beestje nooit bij de atomaire naam. Hoewel Stalin koeltjes op het nieuws van Truman reageert, laten atoomwapens hem allesbehalve koud.
Angst voor het communisme
Ondertussen breidt Stalin de communistische invloedssfeer verder uit. In de Oost-Europese landen die de Russen tegen het eind van de Tweede Wereldoorlog bevrijden – Polen, Bulgarije, Roemenië, Tsjecho-Slowakije, Hongarije en Albanië – installeert Stalin communistisch gezinde regeringen en maakt ze zo tot zogenoemde vazalstaten of satellietstaten. Op deze manier creëert de Russische leider een cordon sanitaire, een veiligheidsbuffer die de Sovjet-Unie tegen nieuwe oorlogen beschermt.
De westerse wereld ziet de veiligheidsbuffer van Stalin echter niet als een verdedigingsmechanisme, maar als een aanvallende manoeuvre, en is bang voor verdere uitbreiding van het communisme. Een uitbreiding die verder gaat dan alleen Oost-Europa: steeds meer communistische partijen winnen aan populariteit in West-Europese landen. Zelfs in Nederland.
Verzet tegen communisme
Voor Truman is het de hoogste tijd om in actie te komen, en een hulpkreet van de Britse regering is het perfecte excuus. De Britten hebben de Amerikaanse president begin 1947 namelijk laten weten dat ze Griekenland en Turkije niet langer dezelfde economische en militaire steun kunnen bieden als vlak na de Tweede Wereldoorlog.
Het gaat niet goed in deze landen, zo stelt Truman op 12 maart 1947 tijdens een toespraak voor zowel het Congres als het Huis van Afgevaardigden, en dat is volgens hem te wijten aan de communisten. Aan het eind van de oorlog hebben de Russen Turkije onder druk gezet om controle te krijgen over de Straat der Dardanellen – een zeestraat in het noordwesten van dit land. In Griekenland proberen linkse revolutionairen de regering omver te werpen.
De Amerikaanse president belooft tijdens zijn speech hulp aan de landen die zich verzetten tegen onderdrukking van communistische regimes. En met zijn toespraak luidt hij het begin van de Trumandoctrine (of indammingspolitiek) in, een beleid dat decennialang de geopolitieke expansie van de Sovjet-Unie en daarmee het communisme probeert te bestrijden.
Blokkade in Berlijn
Een jaar later rollen de Amerikanen het Marshallplan uit, een initiatief van de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken George C. Marshall, die er in 1953 een Nobelprijs voor ontvangt. De Verenigde Staten trekken maar liefst 12 miljard dollar uit voor de wederopbouw van Europese landen, dit zou nu omgerekend 147 miljard dollar zijn.
Overigens zijn de Verenigde Staten niet alleen zo gul omdat ze het communisme de kop in willen drukken. Ze hebben nog een ander motief: een straatarm Europa kan nooit een afzetgebied voor Amerikaanse producten worden. Door het continent er economisch gezien bovenop te krijgen, slaan de VS er zelf ook een slaatje uit.
De Marshallhulp is dan ook niet alleen bedoeld voor West-Europa; ook Oost-Europese landen en zelfs de Sovjet-Unie zouden in aanmerking komen. Maar niet geheel verrassend: Stalin staat uiterst sceptisch tegenover dit plan. Hij zet het equivalent van het Marshallplan op poten: het Molotov-plan. Een van de grote verschillen tussen de twee initiatieven is echter dat de Verenigde Staten ook Duitsland weer in het zadel willen helpen. Stalin houdt zijn voormalige vijand liever zwak, om herhaling van de Tweede Wereldoorlog te voorkomen.
De maat is voor hem dan ook vol wanneer de Amerikanen en de Britten in hun bezettingszones een nieuwe munt, de Duitse Mark, introduceren om de economie hier een boost te geven. Op 24 juni 1948 blokkeert Stalin daarom de westerse enclaves in Berlijn, dat in de Russische zone van Duitsland ligt; alle wegen, rails en waterverbindingen worden afgesloten. De enige manier waarop de Amerikanen en Britten de ruim twee miljoen Berlijners nog kunnen bereiken, is via de lucht.
Oprichting NAVO
Door al deze gebeurtenissen voelen steeds meer landen in het westen de behoefte om gezamenlijk een militaire vuist te maken tegen de intimidatie door de Sovjet-Unie. Zeker wanneer de communisten begin 1948 de macht grijpen in het laatste vrije land in Oost-Europa, Tsjecho-Slowakije. Naar aanleiding van die zogenoemde Praagse Coup stellen het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en de Benelux-landen op 17 maart 1948 het Verdrag van Brussel op, dat samenwerking op economisch en militair vlak moet bevorderen. De vijf landen zoeken bovendien toenadering tot de Verenigde Staten.
De Amerikaanse wetgeving laat het dan echter nog niet toe om in vredestijd militaire verdragen te sluiten. Maar de Blokkade van Berlijn verandert deze houding. Nog geen drie maanden nadat het Verdrag van Brussel wordt ondertekend, neemt de Amerikaanse regering een resolutie aan en gaan de VS om de tafel met de ondertekenaars van het verdrag en met Canada. Deze gesprekken leiden uiteindelijk op 4 april 1949 tot de oprichting van de NAVO. De leden moeten samen de democratie bewaken, maar belangrijker nog: elkaar beschermen. Artikel vijf van het verdrag, dat door twaalf landen wordt ondertekend, stelt dat wanneer één NAVO-land wordt aangevallen, dit wordt beschouwd als aanval op de gehele organisatie.
En tot op de dag van vandaag blijven landen toetreden tot deze organisatie. In het geval van Finland opnieuw uit angst voor Rusland…
Een deel van deze tekst komt uit een special over de Koude Oorlog. Meer lezen over deze strijd? De special bestel je eenvoudig via de onderstaande knop.
Openingsbeeld: iStock/Getty Images