Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Het aarzelwoordje ‘eh’ is in alle talen van de partij, maar waarom zeggen we het zo vaak? En wat is er zo bijzonder aan?
Het wordt aan alle kanten verguisd, en toch is ‘eh’ alomtegenwoordig in taal. In alle talen van de wereld bestaat er wel zo’n aarzelwoordje, en we gebruiken het allemaal voortdurend. Probeer het maar eens níét te doen – je gaat geheid binnen een paar zinnen in de fout.
Lees ook:
Eh en ehm
Wat is er dan zo bijzonder aan dat woordje? Taalkundige Annelies Jehoul promoveerde erop en ontdekte dat ‘eh’ en de evenknie ‘ehm’ allerlei gespreksfuncties hebben. Zo kun je er lekker tijd mee rekken: als je even niet op een woord komt, als je jezelf verbetert, of als je aan een lange opsomming bezig bent, signaleert ‘eh’ zoiets als “Stil even, er komt nog iets!” Het is eigenlijk gewoon verwachtingsmanagement van de spreker.
Luisteraars zijn gevoelig voor zulke signalen. ‘Eh’ komt vaak vlak voor de meest informatieve woorden in een zin, en luisteraars anticiperen daarop: uit onderzoek blijkt dat ze zodra ze ‘eh’ horen even onbewust hun oren spitsen. Jehoul toonde aan dat we ook vaak ‘eh’ zeggen bij overgangen in een gesprek: na een vraag, of wanneer een onderwerp is afgesloten en de gesprekspartners op zoek zijn naar een nieuw thema. We houden niet van de ongemakkelijke stilte die op zo’n moment kan vallen, en ‘eh’ fungeert dan als ontspannend opvulwoordje.
‘Eh’ zeggen is zo bezien een sympathieke service aan de luisteraar. Dat eh-zeggers eigenlijk heel sociaal bezig zijn blijkt ook uit het feit dat mensen met autisme én dronken mensen het minder dan gemiddeld gebruiken: die zijn kennelijk niet zo met de luisteraar bezig. Tot slot kan ‘eh’ ook nog ironisch bedoeld zijn. Dus een opmerking als “Wat een eh… bijzondere nieuwe bril heb je op!” is juist helemaal niet sympathiek…
Deze vraag kon je vinden in KIJK 11/2020.
Ook een vraag voor de rubriek ‘KIJK antwoordt’? Mail hem naar info@kijkmagazine.nl.
Tekst: Sterre Leufkens