Waren de VS wel zo tolerant?

kijkmagazine

11 juni 2010 13:00

“In het artikel ‘Hoe word je een wereldrijk?’ (KIJK 5/2010) stond dat tolerantie één van de eisen was om een hypermacht te worden”, mailt Kasper Baggerman. “Maar Amerika, een van de zeven hypermachten, was toch helemaal niet tolerant tegen de zwarte bevolking?”

Het klopt dat het verhaal van de VS zeker niet in álle opzichten een toonbeeld van tolerantie is (iets wat overigens ook geldt voor de andere hypermachten). Hoogleraar Amy Chua onderkent dat in haar boek Wereldrijk voor een dag, waarin ze tolerantie opvoert als voorwaarde voor het opklimmen tot de status van een hypermacht. Zij schrijft:

“Ondanks herhaalde verklaringen dat ‘alle mensen gelijk zijn’, waren slavernij, rassenscheiding, discriminatie en ongelijkheid van burgerschap lange tijd Amerikaanse realiteiten. Pas na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelden de Verenigde Staten zich tot een van de in etnisch en raciaal opzicht meest open samenlevingen in de wereldgeschiedenis. Niet toevallig was dit ook de periode waarin de Verenigde Staten de wereldheerschappij bereikten.”

Daarnaast waren de VS in de tijd daarvoor wel al uitzonderlijk tolerant op religieus gebied en hadden immigranten de kans om het er te maken, ongeacht hun herkomst en afkomst. Die twee vormen van tolerantie hebben het land de afgelopen eeuwen zeker geholpen om uit te groeien tot de reus die het nu is.

Bottom line is dus dat de VS lange tijd in bepaalde opzichten tolerant waren, in andere niet, en dat de manieren waarop ze wél tolerant waren gunstig zijn geweest voor de ontwikkeling van het land. Bovendien stelt Chua dus dat het land zijn oppermachtige status pas echt bereikte nadat het zijn racisme aan banden had weten te leggen.