Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Voorspelden de Verenigde Naties nog dat de aarde tegen 2050 zo’n 9,7 miljard mensen zal tellen, nieuw onderzoek wijst uit dat dat getal veel lager ligt. Hoe kan dat zo verschillen? En waarom is de toekomst van de wereldbevolking zo lastig te voorspellen?
Tegen 2050 zal de aarde rond de 9,7 miljard koppen tellen, met een piek van maar liefst 11 miljard rond het jaar 2080, aldus de Verenigde Naties. Maar nieuw onderzoek, dat Duitse en Scandinavische wetenschappers in opdracht van de Club van Rome uitvoerden, komt met een heel andere conclusie: in 2050 lopen er rond de 8,6 miljard mensen op onze blauwe bol, daarna zal het geleidelijk krimpen. Wie heeft het nou bij het juiste eind? En waarom is de toekomst van de wereldbevolking zo lastig te voorspellen?
Lees ook:
- Zo steeg de wereldbevolking naar 7 miljard
- Drie toekomstbestendige steden
- Vijf bijzondere babymaak-campagnes
Glazen bol
Eerst even dit. Wetenschappelijk getuur in glazen bollen is belangrijk: bevolkingsvoorspellingen vormen immers het kompas waarmee landen hun koers zetten. Het bepaalt hoeveel leraren erbij moeten komen, of er extra huizen nodig zijn, en hoeveel geld er voor de oude dag moet overblijven. Maar er is een probleem: waar gezaghebbende berekeningen van de Verenigde Naties verwachten dat de wereldbevolking juist blijft groeien en in het jaar 2100 afvlakt tot 11 miljard mensen, schetsen veel studies juist een toekomst waarin het bevolkingsaantal hard krimpt. Tijd dus om op zoek te gaan naar wat er achter de schitteringen in de glazen bollen schuilt.
Hoeveel miljard?
Geregeld proberen wetenschappers de groei of krimp van de wereldbevolking in kaart te brengen. In juli 2020 verscheen er in het medische tijdschrift The Lancet een geruchtmakende studie. In een computer bootsten onderzoekers van het Amerikaanse Institute for Health Metrics and Evaluation (IHME) de levens van álle mensen op aarde na, tachtig jaar de toekomst in en van wieg tot graf.
De conclusie? De wereldbevolking zal na een korte groeispurt de 10 miljard aantikken en daarna dramatisch krimpen tot zo’n 8,8 miljard mensen. De reden: er worden steeds minder kinderen geboren, terwijl oudere mensen juist steeds langer leven. Voor elk kind jonger dan vijf jaar zullen er in 2100 maar liefst zes 65-plussers zijn.
Uit de studie van de Club van Rome rolde weer een andere conclusie: de 9 miljard zal voorlopig niet worden aangetikt, laat staan 10 miljard. De wetenschappers hielden rekening met factoren als opleidingsniveau, een verbeterde gezondheid en afnemende man-vrouwverschillen – allemaal ‘ingrediënten’ voor kleinere gezinnen. Ook denken ze dat de extreme armoede in vooral Afrika sneller zal dalen dan verwacht.
Het westen achterna
Maar juist in de toekomst van Afrika ligt de controverse van de glazen-bol-discussie. Het bepaalt het grote verschil tussen de verwachting van de Verenigde Naties, en die van het onderzoek uit The Lancet en van de Club van Rome. In Afrika worden nog steeds vier tot vijf kinderen per vrouw geboren. Hoewel de kindersterfte daar naar onze maatstaven aan de hoge kant is, halveerde die tussen 1990 en nu.
Daardoor barst het continent van de jonge mensen die allemaal nog kinderen gaan krijgen, wat de VN doet verwachten dat de bevolking daar voorlopig zal blijven groeien. De IHME-onderzoekers in The Lancet en de wetenschappers van de Club van Rome-studie denken juist dat Afrika sneller andere westerse landen achterna gaat en dat er gauw minder kinderen worden geboren. Dat komt doordat Afrikaanse vrouwen volgens hun berekeningen in de toekomst eerder toegang zullen krijgen tot onderwijs, betere gezondheidszorg en anticonceptiemiddelen.
Problematische berekeningen
Maar in die toekomstberekeningstruc zit nogal een probleem, want wetenschappers kunnen helemaal niet precies voorspellen wat over tien jaar de onderwijskansen zijn van een meisje dat nu in Oeganda of Somalië wordt geboren. Zo’n berekening ziet er wellicht goed onderbouwd uit, maar kan de verwachting ook snel vertekenen.
Sterker nog: er schuilen meer van dit soort problematische berekeningen in het computermodel van onder andere de IHME-groep, vertelde hoogleraar demografie Stuart Gietel-Basten van de Hong Kong University of Science and Technology (HKUST) eerder aan KIJK. Om even bij de berekening van onderwijs en geboortebeperking te blijven: er zal heus wel een verband bestaan tussen het onderwijsniveau en het aantal kinderen dat een vrouw krijgt, maar het zal per land verschillen. Je kunt als vrouw wel naar school gaan, maar misschien is er geen werk. Er zijn altijd andere factoren in het spel, aldus Gietel-Basten.
Natuurlijk is het niet zo alsof de glazen bol van de VN heilig of perfect is. Maar hun berekeningen zijn wel een stuk eenvoudiger. Ze kijken naar hoe het kindertal in vroegere ontwikkelingslanden daalde en nemen die als uitgangspunt voor landen die zo’n daling nog moeten ondergaan. Daar ligt de aanname achter dat de meeste landen dezelfde soort ontwikkeling doorlopen. Dat zal niet overal gelijk opgaan, maar het voordeel is dat je je voorspelling niet afhankelijk maakt van details als onderwijs of economie, die je nooit precies door kunt rekenen.
Nog iets wat landen niet kunnen bepalen en doorrekenen: het aantal kinderen dat wordt geboren. Zouden ze dat wel kunnen, dan is het nog steeds een slecht idee om dat als draaiknop voor de economie te gebruiken. Baby’s kunnen nergens aan het werk. Het duurt zo’n twintig jaar voordat ze de arbeidsmarkt opgaan. Bovendien ga je er als land vanuit dat je weet waar over twintig jaar precies de arbeidsmarktbehoefte ligt, maar zoiets valt helemaal niet te voorspellen.
Niet goed of slecht
Tot slot willen veel demografen af van het feit dat bevolkingskrimp of -groei in termen als ‘goed’ of ‘slecht’ wordt gezien. Zo betekent de nieuwe prognose van de Club van Rome niet automatisch dat de klimaatproblemen op aarde over een paar decennia vanzelf oplossen. Het precieze aantal mensen op aarde is namelijk helemaal geen goede graadmeter voor hoezeer de mensheid grondstoffen uitput of het klimaat opwarmt, laat staan dat het goed zou zijn als er eens minder kinderen geboren zouden worden, een geluid dat ook weleens rondzingt vanuit milieuoverwegingen. Die zaken zijn meer losgekoppeld van elkaar dan veel mensen denken. Het is dus niet per se goed voor de aarde als we nu minder kinderen krijgen. Het heeft veel meer te maken met hoeveel we consumeren.
Nu zijn Canadezen en Amerikanen de grootverbruikers met meer dan 15 ton CO2-uitstoot per hoofd van de bevolking. De klimaatafdruk van een Ghanees is twintig keer kleiner. Maar zodra de inwoners daar en in de rest van Afrika zich massaal een airco kunnen veroorloven, met autorijden beginnen en luxeproducten gaan kopen, wordt de milieu-afdruk van de mensheid flink groter, zelfs als de bevolking daar niet groeit. De oplossing, zeggen de demografen, zal dan vooral vanuit duurzame technologie moeten komen, in plaats vanuit geboortebeperking.
Mooi dus, die glazen bollen met bevolkingsprognoses. Maar de toekomst voorspellen doen ze niet. En de geheimen met pasklare oplossingen voor de wereld en onze oude dag straks, die zullen ze nooit prijsgeven.
Tekst: Ronald Veldhuizen en Laurien Onderwater
Bronnen: KIJK 11/2020, The Club of Rome via EurekAlert!, de Volkskrant