Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Een KIJK-lezer vraagt zich af of een mengeling van huidskleuren ervoor zorgt dat we uiteindelijk allemaal lichtbruin worden.
Hoewel COVID-19 onze mobiliteit een tijd lang flink heeft beperkt, reizen en vliegen we nu weer heel wat af met zijn allen. Volkeren worden daardoor steeds meer gemengd. Corrie Visser en andere KIJK-lezers vragen zich dan ook af of al dat gemix van huidskleuren er uiteindelijk voor zorgt dat we allemaal lichtbruin worden.
Lees ook:
Binnen honderd generaties
“Dat klopt”, volgens Maurijn van der Zee, evolutiebioloog aan de Universiteit Leiden. “Onze huidskleur wordt bepaald door tientallen genen. Als vanaf vandaag zwarten, witten, Inuit, rode inheemse Amerikanen, gele Aziaten, kortom iedereen, random kinderen met elkaar zou maken, is dat zo gepiept. Zeker binnen honderd generaties, ik denk eigenlijk wel sneller.”
Maar in werkelijkheid gaat het niet zo snel. Er is nog steeds sprake van wat we assortative mating noemen: mensen met een lichte huid krijgen kinderen met mensen die een lichte huid hebben en mensen met een donkere huid krijgen kinderen met mensen met een donkere huidskleur. Dat hoeft niets met voorkeur te maken te hebben; er wonen nu eenmaal meer mensen van onze eigen kleur in onze omgeving.
Volgens Van der Zee is dat assortatieve paren wel flink afgenomen de laatste generaties, wat uiteindelijk kan leiden tot een lichtbruine huid. Maar zelfs als de meeste mensen een beige huid hebben, gaan de eigenschappen ‘wit’ of ‘zwart’ niet verloren. Tenminste, als er geen selectie tegen is. Er kunnen dus nog altijd blonde of donkere baby’s worden geboren als twee ouders de benodigde eigenschappen – genen – toevallig weer bij elkaar brengen.
Deze vraag kon je vinden in KIJK 1/2021.
Ook een vraag voor de rubriek ‘KIJK Antwoordt’? Mail hem naar info@kijkmagazine.nl.
Tekst: Judith Neimeijer
Beeld: iStock/Getty Images