Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Een uniek driedimensionaal plantenfossiel van 350 miljoen jaar oud bewijst dat planten in deze tijd mogelijk aan het ‘experimenteren’ waren met groeivormen.
Wat groeide er in het bos toen er nog geen echte bomen waren? Om antwoord te geven op deze vraag moet je goed bewaarde plantenfossielen bestuderen, en die zijn hoe ouder, hoe schaarser. Des te opmerkelijker is het dus dat wetenschappers van het Colby College (VS) nu een driedimensionaal exemplaar beschrijven in Current Biology.
Lees ook:
- Plantenfossiel blijkt eigenlijk een fossiel van een babyschildpad te zijn
- ‘Planten waren veel eerder aan land dan gedacht’
Aardbeving
“Met de explosieachtige verspreiding van landplanten aan het eind van het Devoon (359 miljoen jaar gleden) ontwikkelde zich de eerste bosachtige vegetatie langs rivieren en meren”, vertelt paleobotanicus Friederike Wagner-Cremer van de Universiteit Utrecht. “Maar er was in deze bossen nog geen complexe gelaagdheid aanwezig. Ook waren het geen bomen, maar varens, reuzepaardenstaarten en gigantische wolfsklauwen die we vandaag niet meer kennen.”
Van een van die mysterieuze planten is dus een fossiel gevonden. Die werd aangetroffen in de Sandiford-groeve nabij New Brunswick in Canada. De plant werd daar begraven door wat waarschijnlijk een flinke aardbeving was, die vervolgens leidde tot het ontstaan van een zogenoemd riftmeer.
Flessenborstel
Normaal gesproken worden alleen de stammen van planten bewaard, maar het door Robert Gastaldo en collega’s blootgelegde fossiel bevat naast de stam maar liefst 250 (gedeeltelijke) bladeren. Wagner-Cremer spreekt dan ook van een “absoluut unieke vondst”.
De bladeren van Sanfordiacaulis densifolia, zoals de plant is genoemd, zijn elk zo’n 1,75 meter lang en hadden volgens Gastaldo het potentieel om nog een meter langer te groeien. Samen met de stam moet de plant een beetje hebben geleken op een enorme flessenborstel (zie de afbeelding boven dit artikel, met mensen ernaast ter vergelijking).
Evolutionair experiment?
Het indrukwekkende bladerdek diende waarschijnlijk om zoveel mogelijk licht te kunnen vergaren. En de concurrentie van dichter bij de grond groeiende planten het nakijken te geven. “Dit, samen met de middelgrote hoogte van S. densifolia leidt tot de conclusie dat deze bijzondere plant een extra boomlaag onder het hoogste bladerdak vormde”, geeft Wagner-Cremer aan. “Deze complexiteit van het bos is niet eerder aangetoond voor dit tijdperk.”
De onderzoekers scharen de nieuwe soort als klasse incertae sedis oftewel: we weten het niet precies. “Ze kunnen niet met zekerheid zeggen of deze planten bij de varens, zaadvarens of bij de wolfsklauwen horen”, legt Wagner-Cremer uit.
“Zou het een op geologische tijdschaal gezien kortlevende groep kunnen zijn; een evolutionair experiment dat blijkbaar niet succesvol was? Op deze intrigerende vraag kunnen alleen meer plantenfossielen antwoord geven. We wachten met spanning op nieuwe resultaten uit de Sandiford-groeve.”
Bronnen: Current Biology, Cell Press via EurekAlert!
Beeld: Tim Stonesifer/CC BY-SA