Congo en Zuid-Afrika gaan concrete afspraken maken over de bouw van een enorme waterkrachtcentrale.
Beide landen willen ten zuiden van de Congolese hoofdstad Kinshasa dammen bouwen in de Congo. De Congo is, op de Amazonerivier in Zuid-Amerika na, de grootste ter wereld. Ook is de hoeveelheid water die er doorheen stroomt vrij constant. Bij Inga Falls, een reeks stroomversnellingen en de beoogde plek voor de waterkrachtcentrales, passeert elke seconde zo’n 42 miljoen liter water.
Het voordeel van die constante stroom is dat er, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Chinese Drieklovendam, geen stuwmeer aangelegd hoeft te worden. Met alle ingrijpende gevolgen voor mens (zoals gedwongen verhuizingen) en natuur van dien.
De Inga III, waarvan de bouw eind 2015 begint, gaat 9 miljard dollar (7 miljard euro) kosten. Als die klaar is, gaat hij met 4800 megawatt meer stroom leveren dan de Egyptische Aswandam (2100 megawatt) en wordt daarmee dus de grootste waterkrachtcentrale van Afrika.
Nog grootsere plannen
De helft van de opgewekte elektriciteit gaat naar Zuid-Afrika en een flink deel van de andere helft zal worden gebruikt door de Congolese kopermijnen. Dat is ook meteen het belangrijkste punt van kritiek op het megaproject. De straatarme bevolking van Congo zal door de ontbrekende infrastructuur niet worden aangesloten op het elektriciteitsnet. De enigen die ervan profiteren, zijn dus de mensen die het toch al vrij goed hebben.
Er zijn nog grootsere plannen voor de Congo-rivier. Als internationale investeerders een beetje meewerken, wil men voor naar schatting 80 miljard dollar de zogenoemde Grand Inga-centrale bouwen. Die kan maar liefst 40.000 megawatt leveren. Een deel van die opgewekte energie zou kunnen worden geëxporteerd naar Europa of andere Afrikaanse landen.
Bron: New Scientist
Beeld: Alaindg/CC BY-SA 3.0