Komen octopussen uit de ruimte?

kijkmagazine

11 augustus 2018 08:59

octopus octopussen

Octopussen zijn zulke vreemde dieren dat het sommige wetenschappers niet zou verbazen als ze uit de ruimte komen.

Wie weleens een octopus heeft gezien, al is het maar op ijs bij de visboer, weet: dit is een heel vreemd beest. Dat grote, zakachtige lijf, die papegaaiachtige snavel, die acht armen vol zuignappen… En dan kunnen ze ook nog allemaal gekke dingen, zoals inkt spuiten en van kleur veranderen.

Niet zo gek dus dat biologen het dier af en toe bewonderend omschrijven als een ‘alien op aarde’. Dat bedoelen ze dan alleen niet letterlijk. De octopus is immers net zozeer het product van aardse evolutie als elke andere soort die hier rondloopt, -vliegt, -kruipt of -zwemt.

Of… toch niet? Onlangs betoogde een groep wetenschappers dat octopussen letterlijk buitenaardse wezens zijn. Volgens hen is het aannemelijk dat er ooit octopuseitjes uit de ruimte op aarde zijn beland. Dat zou al die gekke eigenschappen van het dier verklaren.

Lees ook: Waarom zien we maar geen tekenen van buitenaards leven?

Geen obscuur blaadje

Nu gaat deze rubriek altijd over speculatieve theorieën uit de bètawetenschap, maar dit idee is nog een tikje buitenissiger dan de meeste. Toch is het niet zomaar als proefballonnetje ergens online gekwakt. Het is terug te vinden in een uitgebreid artikel, met maar liefst 33 auteurs, verbonden aan universiteiten en instituten verspreid over de hele wereld.

Bovendien is het stuk niet gepubliceerd in een of ander obscuur Oost-Europees blaadje, maar in een wetenschappelijk tijdschrift uit de stal van mega-uitgeverij Elsevier. Dat betekent dat het vóór publicatie door onafhankelijke wetenschappers moet zijn gelezen en goedgekeurd.

Genetisch uniek

Wie het artikel echt gaat lezen, valt wel op dat er niet één ontdekking of theorie in wordt gepresenteerd. In plaats daarvan is het een stortvloed aan voorbeelden die allemaal het idee onderbouwen dat het aardse leven op de een of andere manier uit de ruimte afkomstig is. Dat idee is op zich alweer meer dan veertig jaar oud – maar het gros van de sterrenkundigen en biologen is er sceptisch over. Die scepsis wegnemen met een spervuur van argumenten: dat is het doel van het stuk.

De octopus is in het hele betoog misschien wel het meest tot de verbeelding sprekende onderdeel. Dit dier, zo stellen de onderzoekers, heeft veel meer genen die coderen voor eiwitten dan de mens, wat het “verbijsterend complex” maakt. Ook in andere opzichten is de octopus genetisch gezien uniek.

En dan zijn er nog al die bijzondere eigenschappen: dat flexibele lijf, die camouflagemogelijkheid… Die zijn allemaal niet terug te vinden bij de voorouders van de octopus. En dus, concluderen de onderzoekers, zullen de daarvoor verantwoordelijke genen wel uit de ruimte zijn neergedaald, “waarschijnlijk in de vorm van ingevroren, bevruchte octopuseitjes”.

Evolutionaire bril

Klinkt als nogal een conclusie. Maar ja, het staat in een wetenschappelijk tijdschrift, dus het zal wel ergens op slaan? Nee, zegt de in inktvissen gespecialiseerde bioloog Auke-Florian Hiemstra van Naturalis Biodiversity Center. “Mijn collega’s en ik hebben vooral hartelijk om dit artikel kunnen lachen; zo vergezocht is het allemaal. Geen enkele van de auteurs is dan ook bioloog, terwijl er toch allemaal conclusies over biologie worden getrokken. Dan moeten er al een heleboel alarmbellen gaan rinkelen.”

Verder stelt Hiemstra dat alle gekke eigenschappen van de octopus helemaal niet zo vreemd zijn als je ze door een evolutionaire bril bekijkt. “Vroeger hadden alle inktvissen een schelp. Die schelp is de octopus op een gegeven moment kwijtgeraakt, waardoor hij niets meer had om veilig in weg te kruipen als hij vijanden tegenkwam. Vervolgens heeft hij zich aangepast aan zijn nieuwe bestaan zonder schelp, bijvoorbeeld door camouflage en een flexibel lijf waarmee hij makkelijk tussen het koraal kon verdwijnen.”

Rotte appel

Ook is het nogal wat om te concluderen: de octopus is maar een raar beest, dus is hij in eivorm uit het heelal neergedaald. “Dit artikel is absoluut geen wetenschappelijke manier om zo’n idee aan te kaarten”, zegt Hiemstra. “Daar moet je bewijsmateriaal voor aandragen, en dat gebeurt hier simpelweg niet.”

Maar als het zo’n ongeloofwaardig stuk is, hoe kan het dan zijn gepubliceerd in een redelijk respectabel tijdschrift? Dat begrijpt Hiemstra ook niet. “Er is duidelijk niet goed naar gekeken; er zitten zelfs allemaal spelfouten in. Hoe dan ook: dit artikel bewijst maar weer eens dat ook de wetenschappelijke literatuur rotte appels bevat, waar je heel kritisch over mag en zelfs moet zijn.”

Deze Far Out-aflevering vind je ook in KIJK 9/2018.

Bron: Progress in Biophysics and Molecular Biology

De KIJK 50 jaar-special ligt nu in de winkel met daarin de spannendste, opmerkelijkste en grappigste verhalen uit de lange geschiedenis van het blad. Wil je deze editie liever bestellen? Dat kan ook in onze webshop.