Vorige week lieten we je op KIJK.nl al kennismaken met de Robolander van de NASA. De D-Dalus kan hetzelfde trucje, maar dan anders.
Het Oostenrijkse bedrijf IAT21 (de letters staan voor Innovative Aeronautical Technology) richt zich niet op het buitenaardse, maar op de markt voor onbemande vliegtuigen. Volgens IAT21 kennen bestaande UAV’s, of ze nu met vleugels zijn uitgerust of met een rotor, zo hun beperkingen. Ze maken onder meer redelijk veel lawaai en het moet vrij mooi weer zijn om ermee te kunnen vliegen. Bovendien hebben ze een beperkt laadvermogen en kunnen ze bijvoorbeeld niet door de verschillende ruimtes van een huis vliegen. Hun D-Dalus zou van al die nadelen veel minder last hebben.
Waar de NASA met waterstofperoxide gevoede straalpijpen gebruikt, vliegt D-Dalus met behulp van vier mechanische gekoppelde turbines; vier paar contraroterende schijven die allemaal met een snelheid van 2200 toeren per minuut draaien. Elk van de rotorbladen op die schijven kunnen afzonderlijk van elkaar gekanteld worden, zodat de stuwkracht in elke gewenste richting gestuurd kan worden.
Door dat systeem is het toestel volgens de fabrikant relatief stil, kan het ongekend nauwkeurig worden gevlogen en veel langer in de lucht blijven dan bestaande toestellen. En dat maakt het apparaat voor veel toepassingen geschikt: van het blussen van branden tot het langdurig observeren van vijandelijke troepen, en van het doorzoeken van gebouwen tot het speuren naar overlevenden van een ramp.
De Oostenrijkers werken samen met de Britse Cranfield-universiteit en op dit moment worden met een prototype van de D-Dalus in de buurt van Salzburg de nodige tests uitgevoerd.
Bron: Wired
Beeld: IAT21