Het brein van football-spelers kan al na een seizoen meetbaar veranderd zijn, zelfs als ze geen hersenschudding hebben gehad.
Wetenschappers hebben met behulp van DTI (een soort MRI) de hersenen van football-spelers voor en na een football-seizoen bekeken. Ze ontdekten dat het brein al na deze korte tijd veranderingen vertoonde. De jongens die veel stoten tegen hun hoofd kregen, bleken in bepaalde hersengebieden meer achteruit te gaan dan degenen wiens hoofd minder te verduren kreeg. Dat blijkt uit een onderzoek dat werd gepresenteerd op de jaarlijkse bijeenkomst van de Radiologische vereniging van Noord Amerika.
De wetenschappers bestudeerden 24 football-spelers van 16 tot 18 jaar oud. In alle wedstrijden en trainingen droegen de spelers een speciale helm, met daarin een systeem dat de frequentie en ernst van botsingen tegen het hoofd kon meten. Met behulp van deze data werden de sporters ingedeeld in twee groepen; negen zware en 15 lichte stoters. Geen van de spelers kreeg een hersenschudding tijdens het seizoen.
DTI
De witte stof in de hersenen bestaat uit miljoenen axonen, de uitlopers van zenuwcellen. De axonen verbinden de verschillende hersengebieden waardoor die met elkaar kunnen communiceren. Met behulp van DTI, een geavanceerde MRI-techniek, kunnen wetenschappers de beweging van watermoleculen door de axonen meten. Als de witte materie gezond is, is de beweging van water uniform. Wanner de watermoleculen meer random bewegen, duidt dat op afwijkingen in het brein.
Bij alle spelers werd voor en na het football-seizoen op deze manier de beweging van watermoleculen door axonen gemeten. Bij de zware groep bleken de gezondheid van bepaalde hersengebieden achteruit te gaan in vergelijking met de lichte groep. De hersenen van de zware jongens veranderden al na een seizoen, terwijl geen van hen een hersenschudding had gehad.
De onderzoekers geven aan dat dit slechts een oriënterend onderzoek is en dat meer onderzoek nodig is. Ze weten bijvoorbeeld nog niet of de veranderingen ook risico’s met zich meebrengen op de lange termijn.
Bronnen: Radiological Society of North America via EurekAlert!