Hoe is het om te overwinteren op Antarctica? De Nijmeegse arts Floris van den Berg weet dat als geen ander. Via satellietverbinding vertelt hij over zijn onderzoek naar het immuunsysteem, de psychologie van isolatie en de nacht die honderd dagen duurt.
KIJK: Van begin mei tot eind augustus laat de zon zich niet zien. Wat doet dat met je psyche?
“Dat ga ik meten met een medisch langetermijnonderzoek. Een deel van het sociale gedrag hier kun je objectief vaststellen. We dragen bijvoorbeeld allemaal ‘actiwatches’ die onze bewegingen registreren, maar ook kunnen zien hoeveel tijd je met wie waar in de habitat doorbrengt. Uit onderzoek van vorig jaar blijkt dat mensen in de donkere maanden meer tijd in hun slaapvertrek doorbrengen. Hoe groter het gevoel van isolatie, hoe sterker mensen zich terugtrekken. Met behulp van vragenlijsten kun je verder ingaan op eetlust, slaaptevredenheid en andere parameters. Als huisarts kan ik vaststellen hoezeer mensen lijden aan winterdepressie. Tijdens een Marsmissie zou je zulke data real time goed kunnen gebruiken. Zie je dat iemand meer dan zoveel procent van de tijd alleen op z’n kamer is, dan kan de vluchtleiding hem of haar stimuleren om deel te nemen aan sociale activiteiten.”
Als de zon eind augustus weer tevoorschijn komt, krijg je dan een mooie plek te zien?
“Mooi? Nee. Bijzonder, dat wel. We zitten op een glooiende berg. Niets dan sneeuw om ons heen. Je kunt schitterend sterrenkijken, want bewolking komt hier nauwelijks voor. Met 5 centimeter neerslag per jaar is dit gebied droger dan de Sahara. Maar je bent heel beperkt in je bewegingen. Vandaag was het -63 graden, gevoelstemperatuur -82. Als je uitademt, krijg je waterdamp, waardoor een sjaal of mondbedekking meteen bevriest. Die moet je ronddraaien, maar dan heb je ijs in je nek. Even een skibril wisselen, omdat de binnenkant beslaat? Dan bevriezen je oogleden. Daar is echt maar een paar seconden voor nodig.”
Je hebt naast jezelf nog elf proefpersonen. Werken ze allemaal gewillig mee?
“Ik ben sterk afhankelijk van de anderen. Ze doen vrijwillig mee en worden er niet voor betaald. Dat mag niet volgens de regels van het Frans Polair Instituut. Ik moet dus opletten dat ik de anderen niet ga irriteren. Als typische Nederlander wilde ik het voorraadproces wat stroomlijnen. Maar op zo’n moment houd ik toch maar mijn mond. Als iemand me zat is en niet meer meewerkt aan mijn onderzoek, ben ik meteen 10 procent van mijn groep kwijt. En als er drie zijn die willen stoppen, gaan de anderen ook twijfelen of ze nog wel bloed willen afstaan. Ik wist dat ik het op dit punt lastig zou krijgen, want ik ben nogal eigenwijs. Dat de sociale kant van mijn werk zo belangrijk zou zijn, had ik onderschat.”
Dit is een fragment uit een interview te vinden in KIJK 7/2016. Dit nummer ligt in de winkel vanaf 23 juni tot en met 20 juli.
Meer weten over de expeditie van Floris van den Berg? Volg dan zijn blog.
Tekst: Sander Koenen