Ruim een half jaar geleden meldde KIJK dat CERN-wetenschappers erin waren geslaagd antiwaterstofatomen een fractie van een seconde te laten bestaan. Dat record behoort inmiddels tot het verleden. In nieuwe experimenten bleven ze maar liefst 16 minuten houdbaar.
Het Europese deeltjeslab CERN wist al in 2002 een aanzienlijke hoeveelheid antiwaterstofdeeltjes (bestaande uit een anti-proton en een anti-elektron) te produceren. Probleem was alleen dat die deeltjes het niet lang uithielden. Zodra ze in contact komen met normale materie verdwijnen ze en dat is snel gebeurd met de wanden van de houder waarin ze geproduceerd worden. In november vorig jaar kwam daar verandering in. Een magnetisch veld zorgde ervoor dat de antideeltjes – die geen lading hebben – in het midden van de houder blijven hangen en dat leverde toen een levensduur op van 172 milliseconden.
Het Alpha-team van het Europese deeltjeslab CERN wist dit record uit de boeken te werken door die ‘magnetische val’ langer aan te laten staan. In zeven van de zestien pogingen hield een antiwaterstofatoom het minstens 1000 seconden uit. In een van drie pogingen was dat zelfs 2000 seconden. En dat niet alleen. Het experiment produceerde ook nog eens tweemaal zoveel antideeltjes als het vorige. Een grote stap voorwaarts dus.
De langere levensduur geeft de wetenschappers nog meer de kans om de deeltjes van alle kanten te bekijken. Ze blijven zelfs lang genoeg ‘in leven’ om de energie van de antiwaterstofatomen tot de grondtoestand te laten vervallen. Dat maakt het gemakkelijker om de vraag te beantwoorden in hoeverre de antideeltjes op dezelfde manier aan elektromagnetische krachten en zwaartekracht onderhevig zijn. Dat zou volgens de theorie van de CPT-symmetrie namelijk wel moeten.
Uitleg over het Alpha-experiment en het record van 1000 seconden:
Bronnen: CERN, University of Calgary via EurekAlert!, Science
Beeld: Niels Madsen ALPHA/Swansea