Apen zien er extravaganter uit in grote groepen

MtB

26 maart 2015 16:00

In grote, anonieme groepen zien apen er extravaganter uit dan in groepen waarin veel sociaal contact is.

Wanneer je in een grote menigte loopt, zal je echt iets geks moeten dragen voordat andere mensen je opmerken. Dit geldt ook voor apen. Zij hebben vele verschillende manieren om er afwijkend uit te zien, zoals een dikke neus of rode borst. De apen zien er het meest flamboyant uit wanneer ze in grote groepen leven, blijkt uit Australisch onderzoek onder leiding van bioloog Cyril Grueter.

Felle kleuren

De onderzoekers hebben op een schaal van nul tot en met zes aangegeven hoe afwijkend mannetjes van 154 apensoorten eruit zagen. Vervolgens hebben ze die gegevens vergeleken met het soort groep waarin de dieren leven. Op basis hiervan concludeerden ze dat mannetjesapen er meer afwijkend uitzien naarmate ze in grotere groepen leven. De meest felgekleurde apensoort is de mandril (zie foto), deze apen leven dan ook in groepen van soms wel achthonderd individuen.

Het was al langer bekend dat mannetjesdieren er vaak anders uitzien om op te vallen bij de vrouwtjes. Dit onderzoek voegt daaraan toe dat de groepsgrootte ook bepalend is voor hoe extravagant een aap eruit ziet.

Mannen met baarden

Grueter gaat in het onderzoek nog een stapje verder en vergelijkt de uitbundige kleuren en neuzen van apen met baarden van mannen. Mogelijk is de trend om een baard te laten groeien, ontstaan vanuit een drang om op te vallen in een menigte. “Mannen met baarden worden gezien als mannelijker en dominanter, dus mogelijk is de baardgroei het gevolg van de competitie tussen mannen”, vertelt Grueter in onderstaand filmpje.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Bronnen: Evolution & Human Behavior, University of Western Australia via Phys.org