Gevonden restanten van waterplanten en -dieren onder de grond suggereert dat de woestijn Atacama ooit een landschap vol water had.
De droogste woestijn ter wereld ligt in Chili. In de Atacama-woestijn valt in een jaar tijd gemiddeld slechts 15 millimeter regen. Het is haast niet voor te stellen, maar ooit lagen er in het nu zo gortdroge landschap meren en moerassen. Dat zijn althans de bevindingen van wetenschappers van de University of California, Berkeley en de Universiteit van Chili.
Atacama-woestijn bewoont?
De onderzoekers vonden overblijfselen van gastropoden (slakachtigen), diatomeeën (kiezelwieren) en verscheidene waterplanten onder de grond in de woestijn. Koolstofdatering gaf aan dat deze resten 9000 tot 17.000 jaar oud zijn. In die tijd moeten er dus heuse meren en drassige stukken land zijn geweest in de Atacama-woestijn. Dit waterige gebied moet ongeveer 600 vierkante kilometer hebben beslagen.
De aanwezigheid van water in de woestijn moet de aandacht hebben getrokken van jagers-verzamelaars die vanuit het noorden Zuid-Amerika bevolkten. De (nog niet gepubliceerde) aanwijzingen voor menselijke nederzettingen in de Atacama-woestijn versterkt deze theorie.
Water vanuit de Andes
De meren en moerassen kunnen niet zijn veroorzaakt door directe regenval, want de woestijn kent al zeker 2,5 miljoen jaar een klimaat met nauwelijks neerslag. De onderzoekers denken dat het water vanuit het Andesgebergte is gekomen, toen daar door periodes van hevige regenval (de zogenaamde Central Andean Pluvial Events) een overvloed aan water ontstond.
Bronnen: American Geophysical Union Fall Meeting, BBC