Babyloniërs volgden Jupiter met wiskunde

Naomi Vreeburg

29 januari 2016 12:30

Aan de hand van kleitabletten is onthuld dat de oude Babyloniërs de verplaatsing van Jupiter berekenden met geavanceerde wiskunde.  

Dat de oude Babyloniërs niet vies waren van een stevig potje wiskunde bedrijven en sterrenkijken, was al langer bekend. Maar ze blijven ons verrassen. Uit bekraste kleitabletten blijkt namelijk dat ze met behulp van abstracte wiskunde achterhaalden hoeveel afstand Jupiter in een bepaalde tijd had afgelegd. Hierbij gebruikten de Babyloniërs rekenkundige technieken waarvan werd gedacht dat ze pas in de veertiende eeuw in Europa werden ontdekt, zo blijkt uit nieuw onderzoek.

Trapezoïden

De Nederlandse sterrenkundige en assyrioloog Matthieu Ossendrijver is het brein achter deze studie. Hij is bekend met het ontcijferen van kleitabletten. Vier exemplaren, afkomstig uit 350 tot 50 voor Christus, zijn hem altijd bijgebleven. Op de tabletten in kwestie werd gediscussieerd over Jupiter en er waren trapezoïden in gekrast. Ossendrijver wist het spijkerschrift wel te vertalen, maar kon geen grip krijgen op de tabletten.

Tot zijn collega hem een foto van een vijfde stukje klei onder de neus schoof. Dit bleek het ontbrekende puzzelstukje voor Ossendrijver te zijn. Hierop stonden namelijk uitkomsten van berekeningen genoteerd die de trapezoïden zouden verklaren. De Babyloniërs hadden geprobeerd de verplaatsing van Jupiter te berekenen.

Integraalrekening

Als je vanaf de aarde kijkt, passeert de planeet Jupiter onze horizon met steeds wisselende snelheden. Dit komt doordat de aarde ook beweegt. De kleitabletten onthullen dat de Babyloniërs deze snelheden uiteenzetten in een grafiek. Door vervolgens de oppervlakte onder de grafiek te berekenen – iets dat wij nu integraalrekening noemen – bepaalden de oude Babyloniërs hoe ver de planeet zich had verplaatst in 60 dagen en vervolgens in 120 dagen.

Overigens gingen ze nog een stapje verder door te berekenen welke afstand Jupiter dan in 30 dagen had afgelegd. Maar, zo laat Ossendrijver weten, dat deden de Babyloniërs waarschijnlijk gewoon door de verplaatsing in 60 dagen te delen door twee.

Bronnen: Science, ScienceAlert, Volkskrant