Stel: een auto vliegt met 200 kilometer per uur tegen een muur. Is de impact van die botsing hetzelfde als twee auto’s die met 100 km/u tegen elkaar botsen?
Piet Kok mailt: “Vaak wordt beweerd dat als twee dezelfde auto’s met 100 kilometer per uur tegen elkaar botsen, het resultaat hetzelfde is als wanneer één auto met een snelheid van 200 km/u tegen een betonnen muur rijdt. Dat is volgens mij niet waar.”
Botsing
Die bewering is inderdaad onjuist. De auto die met 200 km/u tegen de muur botst, zal veel erger in de kreukels zitten dan de auto’s die met 100 km/u tegen elkaar vliegen. Om bij die betonnen muur te beginnen: we nemen natuurlijk aan dat hij erg dik is en geen centimeter meegeeft als er een auto op hoge snelheid tegenaan knalt. Dat betekent dat de voorkant van die auto vervormt en net zo plat wordt als de muur.
Neem nu twee auto’s die met 100 km/u tegen elkaar botsen. We gaan ervan uit dat het om identieke auto’s gaat en dat ze precies opgelijnd tegen elkaar botsen. Dan raken alle corresponderende onderdelen van die twee auto’s elkaar met dezelfde – maar tegengestelde – snelheid en komen ze abrupt tot stilstand. Het vervormen gebeurt dan symmetrisch: geen van beide auto’s ‘wint’ en de twee voorkanten zullen eruitzien alsof ze, inderdaad, met 100 km/u tegen een muur zijn gebotst. Natuurlijk is dit een geïdealiseerd gedachte-experiment en zal het in de praktijk nooit precies zo gebeuren. Maar het laat wel zien dat die auto die met 200 km/u tegen een betonnen muur rijdt echt niet hetzelfde resultaat geeft.
Deze vraag kon je vinden in KIJK 3/2019.
Ook een vraag voor de rubriek ‘KIJK antwoordt’? Laat hem via onderstaand formulier achter.
[contact-form-7 id=”141402″ title=”Vraag antwoord formulier”]
Tekst: Jo Hermans
Beeld: Honda
Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!