Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
De kenmerken van Stegouros zijn dermate uniek, dat paleontologen de dinosauriër een eigen groep in de evolutionaire stamboom willen geven.
Als je op het menu staat van rovers als de Tyrannosaurus rex, moet je je mannetje kunnen staan. Zo had de Triceratops een drietal forse hoorns, deelde Stegosaurus met zijn puntige staart rake klappen uit en kon ook Ankylosaurus zijn tegenstanders met de knots aan zijn staart een goede dreun verkopen.
Een nieuw ontdekte soort, beschreven in vakblad Nature, deed het nog weer anders: Stegouros elengassen gebruikte een strijdbijl. Geen échte natuurlijk, maar een structuur aan het uiteinde van zijn staart die bijzonder veel van het wapen wegheeft.
Lees ook:
- Bijzonder: fossiel van dinosaurus op het nest
- Noordpoolgebied huisde dinosauriërs, mogelijk het hele jaar
Stegouros elengassen
Paleontologen vonden Stegouros elengassen, zoals ze de nieuwe soort doopten, in een bergwand in wat nu Chileens Patagonië is. 74 miljoen jaar geleden, toen het dier waarschijnlijk leefde, was dit deel van het Gondwana-megacontinent. Volgens de Chileense paleontologen was Stegouros elengassen – vernoemd naar gepantserd wezen Elëngassën uit de lokale, Patagonische mythologie – ongeveer 2 meter lang en een goede meter hoog.
De nieuwe dino is volgens de onderzoekers zonder twijfel verwant aan de eerder genoemde ankylosauriërs. Deze planteneters waren een soort tanks: gedrongen dieren bedekt met benige platen en stekels. Toch onderscheidt Stegouros zich op een aantal vlakken van deze groep.
“Stegouros is een bijzonder welkome vondst die zowel belangrijke inzichten geeft als enkele nieuwe vragen oproept”
Paleontoloog Dennis Voeten
Strijdbijl
Het opvallendste en bijzonderste kenmerk van de dinosauriër is zijn bijlachtige staart, die bestaat uit zeven paar naar weerzijden uitstekende botten. Dat zagen we volgens de onderzoekers op deze manier nog niet eerder.
Paleontoloog Dennis Voeten, niet betrokken bij het onderzoek, spreekt van een bijzondere ontdekking. “Stegouros combineert anatomische eigenschappen van primitieve ankylosauriërs met enkele kenmerken die tot nu toe alleen in zustergroep stegosauriërs bekend waren”, zegt hij. “Verder zijn deze fossielen gevonden in Gondwana. Veruit de meeste ankylosauriërfossielen zijn tot nu gevonden op het andere supercontinent uit die tijd: Laurasia. Dit maakt Stegouros een bijzonder welkome vondst die zowel belangrijke inzichten geeft als enkele nieuwe vragen oproept.”
Uniek?
“De bekendste verdedigingsornamenten op de staarten van dino’s vinden we in de stekelvormige wapens van stegosauriërs en de knuppelvormige staartpunt van sommige ankylosauriërs”, vult Voeten aan. “De staart van Stegouros zit daar eigenlijk een beetje tussenin, zowel qua vorm als qua vermoedelijke functie.”
Daarmee lijkt Stegouros vooralsnog uniek te zijn. Toch suggereren de onderzoekers dat neef Antarctopelta waarschijnlijk een zelfde staart heeft gehad. “Antarctopelta is alleen bekend van fragmentarisch materiaal gevonden op Antarctica”, licht Voeten toe. “Vergelijking met dit meer complete skelet van Stegouros laat zien dat de staartwervels van Antarctopelta mogelijk ook zo’n bijlvormig uiteinde ondersteunden. Hiermee is dit bizarre wapen wellicht dus niet uniek voor Stegouros, maar kenmerkend voor een grotere groep van primitieve ankylosauriërs.”
Parankylosauria
Vanwege de bijzondere eigenschappen van de dinosauriër, vinden de Chileense onderzoekers dat Stegouros in een eigen, nieuwe groep ingedeeld moet worden: de Parankylosauria. Daarin zouden dan waarschijnlijk ook andere ankylosauriërs uit Gondwana, zoals Antarctopelta, een plekje krijgen.
“Omdat dit dier samen met twee vrij onbekende soorten een eigen ’takje’ aan de evolutionaire stamboom van dino’s vormt, is zo’n nieuwe groep op zich gerechtvaardigd”, vindt Voeten. “Deze groep zal, door de plek bij de oorsprong van ankylosauriërs en nog vrij ‘dicht’ bij stegosauriërs, waarschijnlijk belangrijk blijken bij de reconstructie van de evolutie van deze beiden groepen.”
Bronnen: Nature, Universiteit Chili, New Atlas
Beeld: Luis Pérez, Felipe PoGa, Mauricio Álvarez/Universiteit Chili