Jack Munro van de Universiteit van Westminster denkt dat dierenbloed goed te gebruiken is als bouwmateriaal.
In arme landen wordt zo min mogelijk verspild. Van vee wordt bijvoorbeeld niet alleen de melk en het vlees gebruikt, maar ook voor huiden en zelfs mest worden toepassingen gevonden. Toch wordt bloed vaak weggegooid en Munro vindt dat zonde. Hij wil er zogenoemde blood bricks van maken door vers bloed te mengen met het conserveringsmiddel EDTA, dat de groei van bacteriën en schimmels tegengaat. Door vervolgens zand toe te voegen en het mengsel een uur lang bij 70 graden Celsius te bakken, klonteren de eiwitten in het bloed samen. Het resultaat is een hard blok dat goed bestand is tegen vocht en als bouwsteen kan worden gebruikt.
Maar Munro ziet voor woestijngebieden nog een andere, veel futuristischer ‘bouwmethode’ op basis van bloed. Als je een aangepast bloedmengsel in grote hoeveelheden over een grote zandduin giet, wordt de bovenste laag door de brandende zon gebonden en ontstaat er een waterdichte toplaag. Door bepaalde stukken van de zandduin niet te behandelen, kan de woestijnwind vervolgens het losse zand eronder wegblazen en na verloop van tijd ontstaat er dan een overdekte en bewoonbare ruimte of zelfs een complete ‘onderduinse’ stad.
Munro noemt die toekomstvisie Sanguis et Pulvis: Bloed en Stof.
Bronnen: Discovery News, Jack Munro
Beeld: Jack Munro/University of Westminster