De Echo Voyager is het nieuwe onbemande onderwaterspeeltje van Boeing dat kan worden ingezet voor wetenschappelijke en militaire doeleinden.
Als je de naam Boeing hoort, denk je al gauw aan vliegtuigen. Maar het Amerikaanse bedrijf bouwt sinds de jaren ’60 ook onderzeeboten. De autonome exemplaren Echo Seeker en de kleinere Echo Ranger zagen dankzij Boeing het licht. En nu krijgen ze er een broertje bij. Nou ja, zeg maar gerust broer. De Echo Voyager is bijna 6 meter langer dan de Echo Seeker en houdt het veel langer vol onder water.
Dit laatste heeft de onderzeeër te danken aan een nieuw “hybrid rechargeable power system”. Hierdoor kan de Echo Voyager missies uitvoeren die maanden duren; zijn broers houden het nog geen vier dagen uit. Bovendien hoeft de Voyager niet te worden gelanceerd vanaf een schip aan de oppervlakte, maar kan dit vanaf elke kade. Er hoeft dus geen supportschip te worden meegestuurd en dat scheelt in de kosten.
Ook kan de onderzeeboot – als dat nodig is – naar de oppervlakte reizen, een antenne uitklappen en data die hij heeft verzameld, versturen naar defensie of een onderzoeksteam.
De Voyager is maar liefst 15,5 meter lang. Indrukwekkend natuurlijk, maar dit heeft wel een keerzijde. Door de grootte kan het minder diep duiken – zo’n 3,3 kilometer – dan de Echo Seeker, die 6 kilometer de diepte in kan.
De nieuwe onderzeeboot van Boeing zal deze zomer zijn eerste tests ondergaan aan de kust van Californië.
Bron: Boeing
Beeld: Boeing