Brandstofmanagement voor marathonlopers

KIJK-redactie

26 oktober 2010 16:00

Slim brandstofmanagement bij raceauto’s is heel normaal. Maar een Britse onderzoeker heeft nu ook voor marathonlopers een rekenmodel opgezet.

Benjamin Rapoport, onderzoeker aan Harvard en MIT en fanatiek marathonloper, heeft de energiehuishouding voor marathonlopers eens goed onder de loep genomen. Het resultaat is een model dat met gegevens over de sporter uitrekent hoeveel koolhydraten nodig zijn om de 42 kilometer uit te lopen.

De belangrijkste brandstof voor hardlopers zijn koolhydraten. De meeste hiervan zijn afkomstig uit glycogeen, dat opgeslagen zit in de lever en beenspieren. Raakt deze voorraad op, dan loop je ‘tegen een muur aan’: het lichaam moet vet gaat verbranden, het tempo zakt met circa 30 procent, en je kunt last krijgen van krampen en pijn. Ongeveer 40 procent van de marathonlopers kent dit gevoel en bijna 2 procent valt vlak voor de finish uit.

Om dit te voorkomen heeft Rapoport de belangrijkste factoren voor het presteren van sporters onderzocht. Enkele zijn: de verdeling van spiermassa, de dichtheid van glycogeen in de lever en spieren, en de tijd waarin de deelnemer de marathon rent.

Na het invoeren van de gegevens van de sporter geeft het model een gemiddelde tijd, en de snelste tijd waarin het veilig is om de marathon uit te lopen. Daarnaast wordt de hiervoor benodigde hoeveelheid koolhydraten uitgerekend. Tenslotte  kan een sporter zijn eigen streeftijd opgeven, waarna het model precies uitrekent hoeveel brandstof het lichaam daarvoor nodig heeft en of er nog bijtankt moet worden tijdens de race.

Bronnen: Harvard, via EurekAlert, Endurance Calculator