Als je met de auto veel korte ritjes maakt, kun je de tank dan beter steeds halfvol gooien?
Robin Bruins mailt: “Als je met de auto veel korte ritjes maakt, kun je de tank dan beter steeds halfvol gooien? Want je blijft dan toch steeds tientallen liters brandstof heen en weer karren… En hoeveel scheelt dat dan in het verbruik?”
Om te beginnen: met die ‘tientallen liters’ valt het reuze mee. Als je je tank steeds volgooit, rij je gemiddeld met een tank die halfvol is. En als je steeds je tank halfvol gooit, rij je gemiddeld met een kwart tank. Het verschil is dus maar een kwart tank. Bij een tankinhoud van 50 liter is dat 12,5 liter, en dat is ruwweg 10 kilo. Hoeveel scheelt dat in het brandstofverbruik?
Rolweerstand
Die 10 kilo extra heeft geen invloed op de luchtweerstand, maar wel op de rolweerstand én op de energie die het kost om na een stop weer op te trekken. Hoeveel het precies scheelt, hangt natuurlijk af van het rijgedrag. Maar er is een mooie manier om een bovenlimiet te vinden.
Bij rijden in de stad, bij maximaal 50 km/u, speelt de luchtweerstand nauwelijks een rol. We hebben dus eigenlijk alleen te maken met de rolweerstand en het optrekken. Die kosten allebei een hoeveelheid energie die evenredig is met de massa. En die scheelt dus 10 kilo op een totaal van pakweg 1400 kilo. Dat is zo’n 0,7 procent.
Steeds voltanken of met maximaal een halfvolle tank rondrijden, scheelt daarom hooguit 0,7 procent. En dit is een bovengrens, want in de praktijk van die korte ritjes zal de luchtweerstand ook een rol spelen, en die verandert niet door ons tankgedrag.
Deze vraag kon je vinden in KIJK 8/2018.
Ook een vraag voor de rubriek ‘KIJK antwoordt’? Laat hem via onderstaand formulier achter.
[contact-form-7 id=”141402″ title=”Vraag antwoord formulier”]
Tekst: Jo Hermans
Beeld: iStock/Getty Images
Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Bestel dan hier ons nieuwste nummer. Abonnee worden? Dat kan hier!