Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Door magnetisme toe te passen op een bepaald hersengebied wordt iemand tijdelijk vatbaarder voor hypnotherapie. Dat kan pijnpatiënten helpen.
“Kijk eens diep in mijn ogen.” Deze woorden schieten je ongetwijfeld te binnen als je aan hypnose denkt. De therapeut in kwestie laat je vervolgens in een soort slaap vallen waarna je alles doet wat hij of zij zegt. Maar dit is slechts het beeld dat films schetsen. In werkelijkheid wordt een mildere vorm van hypnose, hypnotherapie, met succes toegepast in de medische wetenschap. En nu blijkt dat breinstimulatie de kans op een succesvolle sessie vergroot. Dat schrijven wetenschappers van Stanford University in Nature Mental Health.
Lees ook:
- Vijf futuristische medische behandelingen
- Eerste opname van een stervend mensenbrein
- Nauwkeurigere instrumenten voor diepe breinstimulatie
Hypnotiseerbaarheid
Het idee van hypnotherapie is dat je als patiënt in contact treedt met je onderbewustzijn. Dat geeft je vervolgens meer inzicht over je behoeften en mogelijkheden. Daarmee zou je dan een proces van genezing in gang kunnen zetten. Dit klinkt misschien wat zweverig, maar er zijn daadwerkelijk patiënten die hier baat bij hebben. Zo zijn er voldoende bewijzen dat het helpt bij onder meer chronische pijn, angst, depressie, verslavingen en afvallen.
Maar niet iedereen is even ‘hypnotiseerbaar’. Zo werkt het erg goed bij zo’n 15 procent van de mensen. Zij scoren een 9 of een 10 op een schaal van 10. Ongeveer twee op de drie scoort in de middenmoot; bij hen werkt hypnotherapie een beetje. En bij de overige mensen hoef je er niet mee aan te komen. Zij zijn bijna of geheel ongevoelig voor de techniek.
Focussen
De mate waarin iemand hypnotiseerbaar is, blijft zijn of haar hele leven gelijk. Het lijkt daarmee op andere herseneigenschappen die niet veranderen, zoals persoonlijkheid en IQ. De huidige onderzoekers, onder leiding van David Spiegel, deden een aantal jaar geleden al de neurobiologische basis van hypnotiseerbaarheid uit de doeken. Hieruit blijkt dat de linker dorsolaterale prefrontale cortex en de cortex cingularis anterior betrokken zijn.
Dat eerste hersengebied verwerkt informatie en neemt beslissingen; het tweede verzamelt gegevens van zintuigen. Bij personen die zeer goed hypnotiseerbaar zijn, blijkt het contact tussen de twee breinregio’s sterker te zijn dan bij anderen. Volgens Spiegel en zijn team kunnen deze mensen zich daardoor beter focussen op wat belangrijk is door al het andere buiten te sluiten.
Elektrische pulsen
Maar nu lijken Spiegel en zijn collega’s een manier te hebben gevonden om die breininteractie tijdelijk te laten toenemen zodat iemand gevoeliger wordt voor hypnose. Aan hun onderzoek deden tachtig mensen met fibromyalgie, een vorm van chronisch zenuwpijn, mee. De helft van hen ondergingen transcraniële magnetische breinstimulatie (TMS).
Bij TMS wordt een magnetisch veld gebruikt om van buitenaf elektrische pulsen toe te dienen (zie beeld hierboven). Die pulsen kwamen terecht in de dorsolaterale prefrontale cortex. De exacte locatie was afhankelijk van de unieke structuur en activiteit van elke patiënt. De andere helft van de proefpersonen kregen een nepbehandeling die leek en voelde als TMS maar die geen elektrische pulsen afgaf.
Minder pijnstillers
Voor en na de breinstimulatie ondergingen de deelnemers hypnotherapie. Wat bleek? Bij de patiënten die TMS hadden gehad, ging de hypnotiseerbaarheid met één punt op de schaal van 10 omhoog. Dat lijkt weinig, maar dit kan volgens de onderzoekers het verschil maken tussen het slagen of mislukken van een hypnotherapiesessie. Helaas bleek het effect maar van korte duur; na ongeveer een uur was de hypnotiseerbaarheid weer terug op het oude niveau.
Spiegel en collega’s hopen nu dat deze vorm van breinstimulatie steeds kan worden toegepast vlak vóór hypnotherapie bij pijnpatiënten. Een succesvolle behandeling zou het gebruik van (zeer verslavende) pijnstillers kunnen terugdringen. Ze speculeren zelfs dat de techniek kan worden ingezet om de kans van slagen van andere psychotherapieën te boosten.
Bronnen: Nature Mental Health, Stanford Medicine via EurekAlert!
Beeld: Massimo Regonati