In het westen van China, tegen de grens met Tadzjikistan, zijn naar verluidt de oudste sporen van het roken van wiet aangetroffen.
Cannabis, hennep, wiet. Het maakt niet uit hoe je het noemt, dat menig mens het graag rookt of verwerkt in etenswaren is een feit. Dat het plantje wordt gebruikt om high te worden, is helemaal niet iets van de moderne tijd. De Griekse historicus Herodotus schreef in de vijfde eeuw voor Christus al over het gebruik van cannabis door mensen op de Kaspische steppe die in een tentje zaten en de planten op hete stenen verbrandden.
Nu menen onderzoekers van de Chinese Academy of Social Sciences dat cannabis ook al in 500 voor Christus door de Chinezen werd gerookt. De archeologen troffen op een begraafplaats in het Pamirgebergte resten aan van het ‘groene goud’ in oude branders en op verkoolde steentjes die erin lagen. Het zou hier om het oudste directe bewijs gaan voor het roken van wiet.
Lees ook:
- 5 alternatieve toepassingen van cannabis
- Wat als… je alle drugs wereldwijd zou legaliseren?
- 2500 jaar oud skelet afgedekt met wiet
THC
Bijzonder aan de ontdekking is dat de cannabisresten een hoog THC-gehalte hebben. THC is de belangrijkste psychoactieve stof in wiet, maar van nature bevat de plant veel minder THC dan in deze aangetroffen resten. De onderzoekers denken daarom dat de Chinezen de cannabis zelf hebben verrijkt met THC, wellicht door de plant zo te kweken.
De stenen zouden eerst zijn verhit op het vuur voordat de Chinezen ze in de houten vuurpotten stopten en bedekten met hennep. Vervolgens gaven de smeulende bladeren bedwelmende dampen vrij die door de Aziaten werden ingeademd.
Begrafenisritueel
Naast de houten branders groeven de archeologen ook borden, komen, glazen kralen, stukken zijde en een Chinese harp op. Dit instrument kwam vaak voor in oude begrafenisrituelen en offerplechtigheden.
Verder stuitten de onderzoekers op skeletten botbreuken, snijsporen in de beenderen en gaten in de schedels. Dit, samen met het feit dat de cannabisresten in tombes zijn aangetroffen, maakt het erg aannemelijk dat het geestverruimende middel onderdeel was van een of ander begrafenisritueel.
Onderzoekers hebben al eerder resten van cannabis aangetroffen bij opgravingen in Centraal-Azië, maar deze ontdekking wijst op het opzettelijke gebruik van planten met een hoog THC-gehalte, en op het feit dat cannabis werd ingeademd in plaats van ingeslikt.
Gaat het hier dan ook, zoals de onderzoekers beweren, om het oudste directe bewijs voor het roken van wiet? Dat durft cultureel antropoloog Erik de Maaker van de Universiteit Leiden niet met zekerheid te zeggen. “Ik weet niet over er sprake is van nog vroeger ‘bewijs’ van het gebruik van cannabis. Wel is het zo dat bhanga (een woord dat tegenwoordig geassocieerd wordt met cannabis) genoemd wordt in Indiase teksten uit de Atharvaveda die als ouder worden gedateerd, namelijk tot 1500 voor Christus. Maar of het écht gaat om cannabis valt op grond van die teksten niet te zeggen.”
De resultaten van het onderzoek zijn gepubliceerd in Science Advances.
Bronnen: Science Advances, The Guardian
Beeld: Xinhua Wu
Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!