Oké, Yuegang Zuo is niet de eerste wetenschapper die onderzocht heeft hoeveel cocaïne er aan dollarbiljetten kleeft. Desondanks kunnen we het niet laten een berichtje aan zijn bevindingen te wijden.
Zuo nam 235 Amerikaanse bankbiljetten onder de loep – of eigenlijk: de gaschromatograaf – en trof op maar liefst 90 procent sporen van de bekende drug aan. Op biljetten uit Washington D.C., Baltimore, Boston en Detroit bedroeg dat percentage zelfs 95 procent, terwijl het geld uit Salt Lake City de minste cocaïne opleverde. Verder zat op biljetten van 5, 10 en 20 dollar vaker cocaïne dan op biljetten van 1 en 100 dollar. (Die laatste twee snuiven blijkbaar wat minder lekker?)
Zuo onderzocht ook biljetten uit andere landen, om een vergelijking te kunnen maken. Daaruit bleek dat de Canadezen op dit gebied nauwelijks onderdoen voor de Amerikanen: op 85 procent van hun papiergeld zit coke. Bij Braziliaanse biljetten is dat 80 procent, bij Chinese 20 en bij Japanse slechts 12.
Overigens is het niet zeker dat alle biljetten waar cocaïne op zat ook daadwerkelijk gebruikt zijn om het spul mee op te snuiven, of door de handen van cocaïnehandelaars zijn gegaan. Het witte poeder zou zich ook kunnen verspreiden in pinautomaten en andere machines die grote hoeveelheden papiergeld verwerken. Maar, zo voegt Zuo daaraan toe: “Het ligt voor de hand dat biljetten met meer dan een milligram cocaïne erop wel degelijk gebruikt zijn bij een drugsdeal of het gebruik van cocaïne.”
Bronnen: Scientific American