‘Je hoofd is geen lekkende radiator’

KIJK-redactie

30 maart 2018 08:59

hoofd

Vergeet je muts niet, want via je hoofd verlies je de meeste lichaamswarmte! Deze uitspraak is klinkklare onzin, laat Ronald Veldhuizen ons weten.

Een ijzige, straffe wind blaast over de recreatieplas. Met winters weer is hier terecht geen kip te bekennen. Behalve dan het groepje duikers waar ik bij hoor. Om in het water warm te blijven, hijsen we onze lichamen in duikpakken, steken we onze voeten in warme duikschoenen en trekken we duikmutsen over het hoofd.

Levensredderes

Die muts is cruciaal, leerde ik van mijn duikinstructeur: verreweg de meeste lichaamswarmte verlies je via je hoofd. Levensredders dus, die Unox-hoofddeksels tijdens de nieuwjaarsduik. Alleen klopt er weinig van: het hoofd verliest niet bijzonder snel lichaamswarmte.

De bron voor die bewering is schimmig, maar onderkoelingsexpert Daniel Sessler zei eens tegen de New York Times dat het Amerikaanse leger in de jaren vijftig onderzocht in hoeverre soldaten in poolgebieden sneller lichaamswarmte verliezen zonder muts. Aangezien die jongens verder goed waren ingepakt, bleken de kortgeschoren, ontblote koppies een zwakke plek te zijn.

Probleem is dat dit hooguit bewijst dat een muts net zo belangrijk is als een jas. Niet dat het hoofd als een lekkende radiator je interne kachel tenietdoet. En zo werkt het ook helemaal niet, schrijft bijvoorbeeld de Canadese thermofysioloog Gordon Giesbrecht van de Universiteit van Manitoba.

Geen redmiddel

Giesbrecht dompelt blote proefpersonen onder in koude baden, waarna hij met speciale thermometers verspreid over de huid bijhoudt waar het meeste warmteverlies plaatsvindt. Dat gaat overal op de huid ongeveer even hard, zo blijkt. Via je hoofd verlies je ongeveer een tiende van je lichaamswarmte, wat aardig overeenkomt met het aandeel huid daar. De meeste warmte verlies je dus met de rest van je lijf.

Ik heb het geweten. Na de winterduik kleed ik me om in de ijskoude buitenlucht. Mijn hoofd houd ik goed warm, maar omdat ik bijna een volle minuut sta te prutsen met mijn duikpak, krijgt mijn bovenlijf de volle laag. Voor straf mag ik een paar uur bibberen. Als het erop aankomt, kan geen muts je nog redden.

Deze column verscheen eerder in KIJK 2/2018.

Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Bestel dan hier ons nieuwste nummer. Abonnee worden? Dat kan hier!


Meer Nieuws