‘Dat zelfmoordfragment van lemmingen was in scène gezet’

KIJK-redactie

09 februari 2018 08:59

lemmingen

Elke zeven tot tien jaar zouden lemmingen doelbewust en massaal zelfmoord plegen om de soort te behouden. Maar dat is volgens Ronald Veldhuizen flauwekul.

Mijn ouders slapen nog. Voorzichtig trek ik mijn krokodilpantoffels aan en schuifel ik de trap af. Kerstvakantie, ergens begin jaren negentig. Een periode waarin tv-zenders de ochtenden vulden met herhalingen van natuurfilms, die ik als tienjarige verslond.

Opoffering

White wilderness is zo’n typische kerstnatuurfilm uit de jaren vijftig. Een bijzondere ook, want hij bracht een van de meest wijdverbreide mythes over dieren in de wereld. Namelijk dat dieren doelbewust en massaal zelfmoord plegen. De hoofdrol hier is weggelegd voor de lemming. Een soort noordpoolhamster, snuffelend en bruinharig.

Elke zeven tot tien jaar, suggereert de voice-over in de Disney-docu, hebben de lemmingen een probleem: ze zijn met te veel. De groene toendra ziet dan bruin van de hordes grasknagers. Hongersnood dreigt, want geen grasspriet blijft overeind. Om toch wat lemmingen te redden, heeft de natuur een oplossing: instinctief maakt een merendeel van de beestjes zichzelf van kant. Een groepsleider springt in een afgrond en honderden volgen. In die film zie je ze gaan: de ene lemming na de ander stort naar zijn verdoemenis. Ik geloofde het allemaal.

In scène gezet

Maar het blijkt totale kul: dat zelfmoordfragment was namelijk door Disney in scène gezet. De filmmakers verzamelden tientallen knaagdieren op een kluitje en dreven ze van een klif af. In het wild zouden de lemmingen dat zeker niet vrijwillig doen, schrijven natuurbeheerders in Alaska Fish and Wildlife News, en is dat gedrag dan ook nooit waargenomen. Uiteraard drommen naar voedsel zoekende lemmingen weleens samen op riskante plekken zoals rivieren. Maar instinctieve offers: no way, die brengen ze niet.

Toch is de mythe onder toeristen nog populair, merken parkbeheerders in de noordpoolgebieden. Logisch ook, want de zelfmoordmythe heeft iets nobels: hier zien we diertjes die zich opofferen voor het behoud van de soort, een groter ideaal of moraal dus. En verhalen met moralen, daar houden mensen wel van. De werkelijkheid is toch wat saaiig en teleurstellend: dat kwetsbare knaagdiertjes gewoon de hele dag op zoek zijn naar gras.

Deze column verscheen eerder in KIJK 01/2018.

KIJK 2/2018Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Bestel dan hier ons nieuwste nummer. Abonnee worden? Dat kan hier!