Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Kort nadat corona ook in Nederland voor problemen zorgde, ging het land in lockdown. Tijdens de pandemie was het namelijk noodzaak om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. Welke maatregelen deden dat goed, en welke bleken achteraf toch niet zo nuttig?
Op 15 maart 2020 kondigde minister Bruno Bruins van Volksgezondheid, Welzijn en Sport verschillende maatregelen aan om verspreiding van het coronavirus zoveel mogelijk in te perken. We moesten anderhalve meter afstand houden van elkaar, het onderwijs en de horeca kwamen stil te liggen en het werd opeens erg stil op straat. In de maanden die volgden, kreeg de overheid bij elke besmettingsgolf een nieuwe puzzel voorgeschoteld: welk pakket aan maatregelen heeft Nederland nodig?
Lees ook:
- Hoe gevaarlijk is het coronavirus nog in 2024?
- Nobelprijs voor geneeskunde naar pioniers van coronavaccin
- Vijf vragen over het nieuwe coronavirus – KIJK Magazine
Van lockdown tot mondkapjes: hoe meet je de effectiviteit?
Tijdens de coronapandemie, en ook erna, hielden epidemiologen zich bezig met de invloed van de coronamaatregelen op de pandemie. In Nederland maakte het RIVM bijvoorbeeld wiskundige modellen om besmettingsgolven te simuleren. Experts schatten eerst in hoe snel en via welke routes het coronavirus zich zou verspreiden, en vergeleken dit vervolgens met het gedrag van het virus. Kwamen de bevindingen overeen, dan was het model realistisch, en werd het effect van een maatregel verwerkt.
Maar in de praktijk pakte het soms anders uit, omdat bijvoorbeeld niet iedereen de maatregelen opvolgde. De effecten van de coronamaatregelen werden daarom ook bijgehouden op basis van informatie over het aantal besmettingen, ziekenhuisopnames, sterftecijfer en het reproductiegetal. Zo schreef het RIVM begin februari een rapport met onderzoeksresultaten over Nederland en zeven andere EU-landen.
Welke maatregel zorgde voor welk effect?
Dat bleek een ingewikkelde puzzel. Er werden namelijk steeds combinaties aan maatregelen ingevoerd – in één pakket. Zo sloten in het begin van 2020 alle scholen, horeca en niet-essentiële zaken. Een paar maanden later veranderde het pakket: scholen openden de deuren en ook contactberoepen waren toegestaan. In de winter van 2020 werd een nieuwe combinatie ingevoerd: winkels dicht en scholen open, maar wel met mondkapjesplicht. En zo werd het effect van elk pakket opnieuw bestudeerd. Dat effect hing ook af van het seizoen. Virussen zoals SARS-CoV-2 veroorzaken namelijk luchtweginfecties, net als Influenza, en verspreiden zich makkelijker bij lage temperaturen.
Ingewikkeld of niet, we willen weten welke maatregelen nut hadden. Komt er ooit een soortgelijk scenario, dan zijn we voorbereid.
Deze COVID-19-maatregelen werkten wel
Toen het coronavirus Nederland bereikte, was er nog maar beperkte kennis. Door andere coronavirussen, zoals MERS en SARS, was wel bekend dat besmetting vooral via de lucht ging en luchtweginfecties veroorzaakte. Al snel steeg het aantal ziekenhuisopnames; er was actie nodig. “Het enige wat toen voldoende zekerheid gaf om dat te stoppen, was het vermijden van contact met anderen. Een lockdown was dus begrijpelijk”, zegt Janneke van de Wijgert, hoogleraar epidemiologie van infectie- en immuun gemedieerde ziekten aan het UMC Utrecht.
De eerste lockdown zorgde ervoor dat het reproductiegetal – dat aangeeft hoe snel het virus zich verspreidt – onder de 1 bleef. Oftewel, het aantal besmettingen stagneerde; Nederland had de epidemie onder controle.
Vaccins hebben ons uit de pandemie gehaald
Van de Wijgert legt uit: “Wanneer het reproductiegetal kleiner is dan 1, dan is het theoretisch mogelijk om dit zo te houden. Mits iedereen zijn gedrag aanpast – minder contacten, voldoende afstand houden, en mondkapjes op als dat laatste niet kan. Mondkapjes die goed aansluiten op het gezicht en die met een deeltjesfilter, hadden wat meer gepromoot mogen worden tijdens de pandemie. Ontstaat er toch een grote besmettingsgolf – bijvoorbeeld door een nieuwe variant – dan zijn weer extra, strengere maatregelen nodig om de trend te keren.”
In januari 2021 startte het vaccinatieprogramma in Nederland. Als gevolg hiervan daalde het aantal ziekenhuis- en IC-opnames. De opnames hierna vonden vooral plaats onder ongevaccineerden. “De vaccinaties waren verreweg de belangrijkste maatregel. Die hebben ons uit de pandemie gehaald. We mogen van geluk spreken dat er al zo snel een vaccin beschikbaar was”, benadrukt de hoogleraar.
Lees ook: Hoe kunnen de coronavaccins zo snel zijn ontwikkeld?
Deze maatregelen werkten niet
Waarom de CoronaMelder-app niet werkte
Van de Wijgert nam deel aan het onderzoek naar de effectiviteit van de CoronaMelder-app: de applicatie op je telefoon die een melding gaf als je mogelijk in contact was geweest met een besmet persoon. Een wiskundig model gaf aan dat CoronaMelder alleen effect zou hebben als minstens de helft van de Nederlandse bevolking de app zou gebruiken. “Daar kwamen we bij lange na niet aan, maar ik verwacht dat de app effectief was geweest bij een hoger gebruikerspercentage.”
Nog een maatregel die volgens veel – maar niet alle – studies weinig uithaalde, was het sluiten van scholen. De hoogleraar legt uit dat kinderen de motor van verspreiding zijn van veel virussen die luchtweginfecties veroorzaken. Op de opvang of op school zitten kinderen namelijk heel dicht op elkaar, en nemen ziekteverwekkers aan het eind van de dag mee naar huis. Maar voor het coronavirus was dat een ander verhaal, kinderen speelden hier een minder grote rol in de besmettingsoverdracht. “Aan het begin van de pandemie wisten we dit natuurlijk nog niet, maar uiteindelijk is gebleken dat de kinderdagverblijven en basisscholen vaker open hadden kunnen blijven.”
Het nut van handenwassen tijdens de pandemie
Een maatregel die we op sommige plekken nog steeds zien, is het desinfecteren van de handen. Maar schone handen speelden niet de hoofdrol in het voorkomen van een coronabesmetting. Toch was het niet zinloos, verklaart Van de Wijgert: “Een goede handhygiëne voorkomt bacteriële besmetting, die ook weer een longontsteking kan veroorzaken.” Een kleine moeite, die toch ernstige infecties kan voorkomen. Dat was tijdens de pandemie geen overbodige luxe.
Voor de toekomst
Inmiddels is er dus veel meer kennis over de coronamaatregelen dan toen de pandemie net begon. Mocht er ooit een soortgelijk scenario komen, dan hoopt Van de Wijgert wel dat het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport veel meer zal inzetten op campagnes met informatieverschaffing. “Voor veel Nederlanders bleef het onduidelijk waarom bepaalde maatregelen werden ingezet. Ze zagen door de bomen het bos niet meer.”
Visualisaties zoals filmpjes bieden een hoop duidelijkheid. “En dan specifiek gericht op keuzes die mensen zelf kunnen maken om hun besmettingsrisico’s te verkleinen. Het uiteindelijke doel is het aantal contacten te verkleinen. Voor de één is het makkelijk om thuis te werken, voor de ander is het haalbaarder om een mondkapje te dragen als afstand houden niet kan.” Testen helpt ook – zowel met een thuistest als bij de GGD. “Mensen die weten dat ze zijn besmet, worden vanzelf voorzichtiger. Op die manier moedig je de mensen aan om zelf maatregelen te nemen die goed in hun situatie passen. Alle kleine beetjes helpen.”
Welke vaccins werkte het beste?
Wil je weten welke vaccins het beste hebben gepresteerd? Dat lees je hier.
Bron: RIVM tijdlijn, RIVM coronadashboard, RIVM Rapport [1], RIVM Rapport [2]
Openingsbeeld: Jasmin Merdan/Getty Images