‘DARPA investeert 100 miljoen dollar in uitsterving’

Laurien Onderwater

05 december 2017 15:59

uitsterving

Sommige dieren kunnen we missen als kiespijn. Daarom steekt DARPA geld in onderzoek naar genetische uitstervingstechnieken. 

Hoewel veel wetenschappers zich bezighouden met de-extinction, ofwel ‘ont-uitsterven’, van dieren (bijvoorbeeld de mammoet) zijn er ook onderzoekers die nagaan of je bepaalde diersoorten juist kunt laten uitsterven. De malariamug bijvoorbeeld. Het onderzoeksinstituut van de Amerikaanse defensie, DARPA, heeft daarom 100 miljoen dollar vrijgemaakt voor de wetenschapstak die zich bezighoudt met genetic extinction technologies.

Gene drive

Dat maakte het instituut zelf bekend in een openbare e-mail. De techniek is een vorm van gene drive. Gene drive maakt het mogelijk om een genetische eigenschap relatief snel en blijvend in een groot deel van de populatie van een organisme te verspreiden.

De techniek kan worden toegepast op dieren die dragers zijn van gevaarlijke virussen of parasieten, zoals malariamuggen en invasieve knaagdieren. Zo denkt DARPA dat door de geslachtsverhouding in malariamuggen te vervormen volledige populaties kunnen worden uitgeroeid.

Maar niet iedereen is even blij met dit besluit. Zo zijn er diplomaten van de UN Convention on Biological Diversity die bang zijn dat gene drive hierdoor een slechte naam krijgt. Daarnaast kan het uitroeien van een volledige dierpopulatie grote ecologische gevolgen hebben. Zo dienen muggen als voedselbron voor onder andere vogels.

Risicoanalyse

Medisch entomoloog Bart Knols (Radboud Universiteit) snapt het besluit om genetische uitroeiingstechnieken bij bepaalde diersoorten in te zetten, maar heeft ook bezwaren. “Gezien de hoeveelheid mensen die jaarlijks lijden aan malaria is het niet verwonderlijk dat we alle nieuwe biotechnologische technieken inzetten om innovatief muggenpopulaties te bestrijden. Maar, net zoals we dat met genetisch gemodificeerde gewassen hebben gedaan, dient dat enkel te gebeuren na een degelijke risicoanalyse.”

Ook geneticus Gerard te Meerman (UMCG) zet zo’n zijn vraagtekens bij de aanpak. “Uitsterven van soorten is niet iets dat geïsoleerd plaatsvindt, omdat vele soorten dieren van elkaar afhankelijk zijn. Daarnaast moet je je bij zo’n gene drive altijd afvragen welk gat er wordt geproduceerd in voedselketens en of dat gat kan worden opgevuld door andere organismen.”

Biologische bestrijdingsmiddelen

Knols denkt niet dat de voedselketen zal veranderen door het wegnemen van malariamuggen. “Het is niet zo dat muggen als belangrijke voedselbron dienen voor vleermuizen en zwaluwen, zoals veelal wordt aangenomen. Hooguit in het aquatisch stadium (als larven) spelen ze een rol van betekenis voor vissen en amfibieën, maar die hebben veel alternatieve prooien om te overleven.”

Waar Knols zich wel zorgen over maakt is het feit dat ook tegen genetische modificatie resistentie kan optreden, zoals onlangs voor het eerst is waargenomen in de landbouw. “Dan besteed je dus tientallen miljoenen aan het ontwikkelen van een methode die later niet meer blijkt te werken omdat het insect jouw aanpak weet te omzeilen. Dat maakt mij uiteindelijk een sterk voorstander van biologische bestrijdingsmethoden. Die zijn tenminste duurzaam.”

Bronnen: The Guardian, Sputnik News, RIVM

Lees ook: 

KIJK 12/2017Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Bestel dan hier ons nieuwste nummer. Abonnee worden? Dat kan hier!