KIJK-columnist en wetenschapsjournalist Diederik Jekel biecht een persoonlijke blunder op rond de vraag ‘hoe vliegt een vliegtuig?’
Deze column gaat vaak over wetenschappelijke misverstanden. Nu wordt het hoog tijd om een persoonlijke blunder op te biechten: zeven jaar lang heb ik in klaslokalen onzin staan te vertellen. En daar kwam ik kortgeleden pas achter.
Het gaat om het veelbeproken onderwerp ‘hoe kan het dat een vliegtuig vliegt’. Vaak wordt daarbij het principe van de in Groningen geboren wis- en natuurkundige Daniel Bernoulli (1700-1782) aangehaald. Vleugels zijn gekromd, waardoor de lucht die over de vleugel gaat een langere weg aflegt dan de lucht die eronderdoor gaat. De lucht bovenlangs gaat sneller en Bernoulli zou zeggen dat snellere lucht een onderdruk geeft. Die onderdruk zit boven de vleugel, dus krijg je liftkracht.
Maar deze uitleg deugt niet. Het probleem is dat de luchtlagen gescheiden zijn en helemaal niet tegelijkertijd aan de achterkant van de vleugel hoeven aan te komen. Sterker nog: het is precies andersom. De lage druk laat de lucht sneller stromen. Want de truc is dat de lucht een beetje stroperig is en daardoor met de bolle vleugel mee kromt. Door de afbuiging van de luchtlaag ontstaat een drukverschil. Het is die afbuiging die in het Bernoulli-principe voor een onderdruk zorgt, en daarmee voor de liftkracht. Verder zorgt ook de derde wet van Newton voor liftkracht: doordat de vleugels een beetje schuin staan, worden ze omhoog gedrukt door de lucht die van voren komt.
Ik heb dat jarenlang fout uitgelegd en aan de hand van een stukje papiertje laten zien. Als je over een papiertje blaast, buigt het omhoog. De snellere luchtstroom van mijn adem zou een onderdruk hebben veroorzaakt. Maar helaas: de zogenoemde statische druk is zowel binnen als buiten mijn adem hetzelfde en het Bernoulli-principe gaat niet op.
Zo zie je maar weer. Je bent nooit te oud om te leren. Mijn nederige excuus aan allen die ik het verkeerd heb uitgelegd.
Diederik Jekel staat met zijn column in elk nummer van KIJK. Deze tekst werd eerder gepubliceerd in KIJK 10/2013.
Beeld: Studio 5982