Lichamelijke inspanning zonder adem te halen, is niet alleen voor mensen, maar zelfs voor dolfijnen en zeehonden lastig. Tijdens diepe duiken krijgen ze vaak hartritmestoornissen.
Als een zoogdier (en dan met name een zeezoogdier) kopje onder gaat, zorgt de duikreflex dat zijn hartslag vertraagt. Zo raakt de kostbare zuurstof minder snel op. Wanneer een dier zich inspant, gaat het hart juist sneller kloppen. Als een dolfijn of zeehond tijdens het jagen onder water duikt, kunnen die twee processen botsen, met hartritmestoornissen tot gevolg. De stoornissen zijn niet dodelijk, maar kunnen het hart wel gevoeliger maken voor problemen.
Tuimelaars en Weddellzeehonden
Wetenschappers lieten getrainde tuimelaars diepe duiken maken. De dieren namen tijdens hun duik een apparaatje mee, dat onder andere hun hartslag en de diepte waarop ze zich bevonden, bijhield. Hetzelfde experiment werd herhaald met Weddellzeehonden. De onderzoekers ontdekten dat hartritmestoornissen voorkwamen in meer dan 70 procent van de duikende dieren.
De hartritmestoornissen ontstaan door tegenstrijdige symptomen van het zenuwstelsel. Het orthosympatische zenuwstelsel spoort het hart aan om sneller te kloppen, terwijl het parasympatische zenuwstelsel het hart vertelt dat het rustig aan moet doen. Door de conflicterende boodschappen ontstaan problemen.
Triatlon
Bij mensen die een triatlon doen kan overigens ongeveer hetzelfde gebeuren, denken wetenschappers. De duikreflex wordt opgewekt tijdens het zwemmen, wanneer het gezicht van de sporter in contact komt met water. Juist dat zwemmen, blijkt voor 90% van de sterfgevallen op de dag van de triatlon te zorgen. Ook dit zou wel eens door hartritmestoornissen kunnen komen, denken onderzoekers.
Bronnen: Nature Communications, University of California-Santa Cruz via EurekAlert!
Beeld: PETER REJCEK, NSF