Uit een geheim CIA-rapport zou blijken dat Amerika zich niet houdt aan de eigen rules of engagement. Die bepalen dat onbemande vliegtuigen alleen kopstukken van Al Qaida onder vuur mogen nemen.
Het Pentagon hield lange tijd de lippen stijf op elkaar als het ging om het uitschakelen van terroristen met behulp van onbemande toestellen. Maar vorig jaar kwam daar eindelijk meer duidelijkheid over, toen de toenmalige adviseur en het huidige hoofd van de CIA John O. Brennan een speech gaf in Washington.
Brennan zei toen: “Laat ik het zo eenvoudig zeggen als ik kan. Ja, in volledige overeenstemming met de wet, en om terroristische aanvallen op de Verenigde Staten te voorkomen en Amerikaanse levens te redden, voert de Amerikaanse regering gerichte aanvallen uit op specifieke Al Qaida-terroristen. Soms met behulp van remotely piloted aircraft, in de volksmond bekend als drones.”
De regering liet later weten dat de CIA alleen geautoriseerd is om Predators en Reapers in te zetten tegen “specifieke operationele kopstukken van Al Qaida en verwante troepen betrokken bij de aanvallen van 11 september 2001”.
Het uitgeefconcern McClatchy zegt nu over geheime documenten te beschikken waaruit blijkt dat Amerika de killer drones lang niet alleen inzet tegen ‘bekende Al Qaida-kopstukken’. De website van McClatchy meldt: “Ten minste 265 van de 482 mensen die de CIA in een twaalf maanden durende periode (eindigend in september 2011) vermoordde, worden in het rapport bestempeld als unknown extremists.”
Het zou gaan om onder meer Afghaanse en Pakistaanse extremisten die deel uitmaken van groeperingen die in 2001 nog niet eens bestonden. Voor zover bekend zijn er in die twaalf maanden ‘maar’ zes mensen omgebracht die tot de top van Al Qaida behoorden.
Beeld: USAF