KIJK was bij het minisymposium van de KNAW over het eerste deel van het nieuwe klimaatrapport van de IPCC, dat een aantal weken geleden uit kwam.
Een aantal weken geleden is het nieuwe IPCC-rapport uitgekomen. Dat is een internationaal klimaatrapport van het klimaatpanel van de Verenigde Naties dat eens in de zes jaar uitkomt. In samenwerking met 859 auteurs en in totaal meer dan 9200 wetenschappelijke referenties is dit het meest prestigieuze rapport op het gebied van klimaatverandering. De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) vond dat reden genoeg om een minisymposium te houden over de natuurwetenschappelijke basis van het rapport. KIJK was erbij en doet verslag.
Zeespiegel en temperatuur stijgen
Het IPCC-rapport is geen onderzoek maar een assessment. Dat wil zeggen dat het orgaan alle bestaande en nuttige onderzoeken bundelt om daar vervolgens conclusies uit te trekken. Bram Bregman, die meewerkte aan het IPCC-rapport, legt uit dat de belangrijkste boodschappen van het rapport zijn dat de zeespiegel is gestegen en dat de temperatuur stijgt.
Dat is op zich geen nieuws, maar de komende jaren zal de zeespiegel nog harder stijgen; naar verwachting 45 tot 82 centimeter. De mondiale temperatuur kan in het ongunstigste scenario binnen deze eeuw met 4,8 graden stijgen. “Het is spannend wat er gaat gebeuren de komende tijd. Nieuwe economieën blijven onverminderd doorgroeien en dat heeft zijn weerslag op de klimaatverandering”, aldus Bregman.
Natte winters in Nederland
Neerslag speelt ook een grote rol in het IPCC-rapport. In de afgelopen vijftig tot zestig jaar is er een toename van neerslag gemeten op het noordelijk halfrond. “Dit is uiterst waarschijnlijk toe te dichten aan menselijk handelen”, zegt Albert Klein Tank, onderzoeker bij het KNMI.
De toename van neerslag is bij Nederland voornamelijk in de winter. Wilco Hazeleger, hoofd van de Global Climate Division van het KNMI, legt dit uit als: “The rich get richer, and the poor get poorer.” Dat wil zeggen dat de tropische gebieden nog meer neerslag gaan krijgen, maar de subtropen gaan uitdrogen.
Spaghetticurves
De modellen in het IPCC-rapport moeten rekening houden met heel veel variabelen. Hoe verder je in de toekomst wil kijken, hoe meer onzekerheden er op komen spelen. De huidige modellen houden al met ongelooflijk veel rekening, zoals vulkaanuitbarstingen, El Niño en de fluctuerende kracht van de zon.
Al die onzekerheden, maar ook verschillende soorten van politieke beleidsvoering, worden doorberekend in de modellen. Dat resulteert in een grafiek met heel veel verschillende soorten uiteindes: de spaghetticurve. Wat opvalt is dat we op dit moment vrij onderin de spaghetticurve zitten (zie de zwarte lijn).
“Dat maakt op dit moment nog niet zoveel uit”, stelt Hazeleger. “Op het moment dat deze trend doorzet, en we over tien jaar buiten de spaghetticurve belanden, dan waren onze modellen fout.” Saillant detail is dat elk model in de spaghetticurve een stijgende lijn laat zien wat betreft opwarming van de aarde.
Nieuws onder de zon
In vergelijking met het rapport van zes jaar geleden staat er weinig schokkends in het nieuwe IPCC-rapport. Wel zijn de conclusies die ook zes jaar geleden werden getrokken zekerder geworden. “De datasets zijn veel betrouwbaarder geworden, door bijvoorbeeld satellietmetingen”, aldus Klein Tank.
Wat verder opvalt: de zon is op dit moment minder actief dan normaal. Dat heeft uiteraard meteen invloed op ons klimaat. De onzekerheden binnen de modellen en de wisselende factoren blijven het klimaatwetenschappers dus lastig maken.
Beeld: IPCC