Vanmiddag is de eerste hamburger geproefd die volledig in het lab is geproduceerd. Hoewel het stuk vlees geen vet bevat, smaakte het wel als een ‘echte’ burger.
Twee vrijwilligers waren de eersten die het labvlees mochten eten. Tijdens een evenement, dat je live kon volgen, bereidde een kok een hamburger die in een schaaltje is gekweekt. De burger, die door Maastrichtse onderzoekers was gemaakt, smaakte ‘als echt vlees’.
Toch zijn er verschillen. In een stuk spier van een levende koe zitten namelijk ook bloedvaatjes en vet, die het geheel wat sappiger maken. Het kweekvlees is gemaakt uit stamcellen van een koe, waaruit in het lab zo’n 20.000 stukjes spier zijn gekweekt.
Er hangt een flink prijskaartje aan het stukje vlees: de productie heeft al 250.000 euro gekost. Maar volgens fysioloog Mark Post, maker en zelf ‘een soort vegetariër’, weegt dat niet op tegen de voordelen. De labburger kan namelijk twee grote wereldproblemen oplossen: honger en de uitstoot van broeikasgassen. Je hebt namelijk slechts een paar stamcellen van één koe nodig om 20.000 ton labvlees maken.
De onderzoekers verwachten dat over tien tot twintig jaar de meeste koeien uit de wei zijn.
Meer weten? Lees nu gratis dit volledige KIJK-artikel over kweekvlees, dat in ons blad verscheen toen de ‘labburger’ van Mark Post en collega’s nog in de maak was.
Bronnen: Maastricht University, ScienceNOW
Beeld: David Parry/PA Wire