Emoties vinden niet alleen maar tussen je oren plaats; ook in je lichaam brengen ze veranderingen teweeg. En die veranderingen blijken niet af te hangen van je taal of culturele achtergrond.
Je kent het wel: je hebt een sollicitatiegesprek en hoewel je heus je mannetje staat, krijg je op het moment suprême ineens last van klamme handjes. Je weet dat zo’n zweterige handdruk geen beste indruk maakt en je voelt het bloed naar je hoofd stijgen: je bloost. Ook dat nog…
Dat emoties – zenuwachtig zijn bijvoorbeeld, en je daarvoor schamen – tot lichamelijke kenmerken leiden; wisten we al langer. Maar waar de wetenschap nog niet uit was, is of die lichamelijke reacties voor iedereen gelijk zijn. Uit een onderzoek van de Finse Aalto-universiteit blijkt nu van wel. Ongeacht iemands culturele achtergrond of taal: verschillende emoties worden op dezelfde plekken in het lichaam ervaren.
Voor het onderzoek hebben de wetenschappers een digitale test ontwikkeld, waaraan ruim zevenhonderd vrijwilligers uit Zweden, Finland en Taiwan hebben meegedaan. De proefpersonen werd gevraagd te denken aan een van veertien verschillende emoties, bijvoorbeeld liefde, jaloezie of woede. Vervolgens moesten ze in lege silhouetten van een menselijk lichaam aangeven waar ze meer activiteit voelden en waar juist minder. (Je kunt de test hier zelf doen.)
Hoewel niet iedere proefpersoon op precies dezelfde plekken ‘een gevoelde emotie’ aangaf, zagen de onderzoekers wel een flinke overlap. Na het filteren van bepaalde bestaande gezegdes die mogelijk de testresultaten onterecht beïnvloedden (bijvoorbeeld ‘cold feet‘ of ‘vlinders in je buik’) goten ze de resultaten in lichaamskaarten per emotie.
‘Oké, en wat moeten we daar nu mee?’, horen we je denken. Welnu, niet zo veel. De lichaams-heathmaps zijn tenslotte niet veel meer dan het resultaat van waar men dénkt lichamelijke veranderingen te voelen. De onderzoekers benadrukken dat niet objectief is vastgesteld dat er ook daadwerkelijk veranderingen plaatsvinden. Maar de gedachte blijkt in elk geval universeel. En dat vinden de onderzoekers opvallend. Volgens hen zouden vervolgstudies kunnen leiden tot meer inzicht in depressies en andere emotionele stoornissen.
Bron: PNAS, The Atlantic
Beeld: PNAS