Europese camera voor James Webb-telescoop is klaar

KIJK-redactie

15 mei 2012 09:00

MIRI

Een kleine stap voor de James Webb-telescoop, een grote sprong voor de Europese ruimtevaart. Een zeer veelzijdige camera van Europese bodem voor de telescoop is getest en klaar voor transport.

De James Webb-ruimtetelescoop (JWST) zal straks speuren naar de eerste lichtgevende objecten van ons heelal en gebruikt hiervoor vier instrumenten. Eén daarvan is MIRI, het mid-infrared instrument. Dit is eigenlijk een zeer geavanceerde camera met een belangrijke taak, want alleen MIRI kan bepalen of iets echt als het gezochte eerste licht kan worden bestempeld. De andere drie onderdelen speuren het heelal af naar mogelijke kandidaten voor deze titel.

Grote bijdrage

MIRI is volgens de makers een van de meest veelzijdige onderdelen van de JWST. Het instrument kan dieper de ruimte in kijken dan de voorgangers van de JWST, en daarmee ook verder terug in de tijd: tot zo’n 13 miljard jaar geleden. Daarnaast bevat de ruimtecamera een coronagraaf, die licht van felle objecten blokkeert, waardoor de infrarooddetectors ook zwak licht daar in de buurt kunnen waarnemen. Bovendien opereert MIRI bij -266 graden Celsius, om ervoor te zorgen dat het instrument zelf zo min mogelijk storende infrarode straling uitzendt. De ontwerpers moesten met creatieve oplossingen komen om dit voor elkaar te krijgen.

In het Rutherford Appleton-laboratorium in Oxford is MIRI aan allerlei tests onderworpen, waaronder een schud- en koutest om de omstandigheden tijdens de reis te simuleren. Daarnaast werkt de Europese ruimtevaartorganisatie ESA aan nog een onderdeel van de James Webb-telescoop, namelijk de near-infrared spectograph, oftewel NIRSpec. Dit instrument zal spectra van meer dan honderd sterrenstelsels en sterren verkrijgen om het ontstaan van sterren te bestuderen. De Europese bijdrage aan het JWST-project is dus vrij groot.

Lancering in gevaar?

Het JWST-project is een controversieel onderwerp geworden. Afgelopen zomer werd het zelfs bijna afgebroken vanwege de enorme kosten die uit de zak van de belastingbetaler moeten worden betaald. Hierdoor moet de NASA op belangrijke momenten, zoals bij het afronden van de bouw van een onderdeel, aantonen dat alles naar behoren werkt. Zal dit extra werk de voor 2018 geplande lancering in gevaar brengen?

Bronnen: BBC News, European Space Agency (ESA)

Beeld: Stephen Kill/STFC