Extra lang dinoneusgat werkt als airco

KIJK-redactie

11 november 2014 11:00

Een oude dinosaurussoort heeft een extra lange neusholte die hem helpt om de binnenkomende lucht op te warmen of af te koelen.

Op een warme dag voorkomt je lichaam (bijvoorbeeld door te zweten of te hijgen) dat je hersenen oververhit raken. Maar dat is niet alles; plooien in je neusholte helpen namelijk ook mee om de lucht die je inademt op kamertemperatuur te brengen. Wetenschappers ontdekten dat een oude dinosoort (de ankylosaurus) dat ook doet. Hij gebruikte daarvoor echter geen plooien, maar bijzonder lange neusgaten.

Warmtewisselaar

Met behulp van CT-scans bepaalden onderzoekers de vorm van de neusgaten van twee ankylosaurussoorten. Het neusgat van de panoplosaurus is 16 procent langer dan zijn schedel. Het neusgat van de Euoplocephalus bereikt een lengte van maar liefst 1,5 keer zijn schedel. Het neusgat lag opgevouwen in het hoofd van het dier.

Met behulp van 3D-modellen bepaalden ze vervolgens hoe de luchtstroom door de neusgaten beweegt. Ze ontdekten dat de lange doorgang de lucht meer tijd gaf om op te warmen tot lichaamstemperatuur. De lucht stroomt in die tijd langs warme bloedvaten waardoor het bloed afkoelt en de lucht opwarmt. Door de luchtstroom in de neus te stimuleren worden de neusgaten hele effectieve warmtewisselaars.

Bij het uitademen gebeurt precies het tegenovergestelde. De opgewarmde lucht komt langs de afgekoelde bloedvaten naar buiten. De neus warmt op en de lucht koelt juist af. In een omgeving die warmer is dan de lichaamstemperatuur gebeurt het omgekeerde. Dan wordt de ingeademde lucht afgekoeld en de uitgeademde lucht opgewarmd.

Vogels en zoogdieren gebruiken conchae

Ook vogels en zoogdieren warmen de lucht die ze inademen op. Ze hebben echter niet zulke lange neusgaten en gebruiken daarom zogenaamde conchae. Dat zijn plooien die het inwendig oppervlak van de neus vergroten en het zo ook mogelijk maken de lucht op te warmen. De ruimte in de neusholte wordt op deze manier efficiënt gebruikt.

Hagedissen en krokodillen hebben net als de dino een lange neusholte. Hun gezicht is echter zo lang dat de neusholte daar gewoon in past.

Bronnen: Journal of Vertebrate Paleontology, Society of Vertebrate Paleontology via EurekAlert!

Beeld: WitmerLab