Vogels hebben vier vleugels gehad, voordat ze zijn geëvolueerd naar twee. Dat blijkt uit fossielen van elf primitieve vogelsoorten die duidelijke tekens van gevederde achterpoten bevatten.
Chinese onderzoekers van de Graduate University of the Chinese Academy of Sciences in Peking hebben met deze soorten een ontbrekende schakel ontdekt in de evolutie van vogels. De viervleugelige vogel vormt een link tussen sommige dinosauriërs die grote veren hadden op zowel hun voor- als achterpoten, zoals de Archaeopteryx, en de moderne tweevleugelige vogel.
De evolutie van vier naar twee vleugels heeft waarschijnlijk plaatsgevonden toen de vogels meer balans kregen in hun achterpoten. Volgens de wetenschappers gebruikten ze die in de loop der tijd vaker om ook op de grond te kunnen bewegen.
Vrijwel compleet skelet
De onderzoekers bestudeerden onder andere een vrijwel compleet skelet van een ongewervelde primitieve vogelsoort. Alleen de schoudergordel en de voorpoten ontbraken.
De wetenschappers vonden veren bij het bot dat tussen het dijbeen en een bot in de poot van het beest zit: de tibiotarsus. De langste veren zijn 50 millimeter. De veren bij het middenvoetsbeen meten 30 millimeter. De lengtes van de tibiotarsus en middenvoetsbeentjes zelf zijn 65 en 33 millimeter. De veren zijn dus een stuk kleiner dan degene die op de twee vleugels van een moderne vogel zitten.
Kritische noot
Evolutionair bioloog Jeroen Reneerkens van de Rijksuniversiteit Groningen vindt de ontdekking niet heel spectaculair. “Uit het artikel maak ik op dat er geen botten in de veren zitten. Het is dus gissen of ze van de veren gebruikmaakten tijdens de vlucht.”
Reneerkens stelt ook dat er duiven worden gekweekt die op hun poten veren hebben. “Dat is mogelijk door hun genetica. Dat feit maakt de ontdekking van de onderzoekers minder bijzonder.”
Bron: Science
Beeld: http://news.softpedia.com