Dit hersengebied blijft onverwachts groeien in tienerjaren

Marysa van den Berg

06 januari 2017 11:00

hersengebied

In de pubertijd verlies je steeds meer hersenverbindingen, zodat je brein efficiënter kan werken. Maar een nieuwe studie toont aan dat het hersengebied voor gezichtsherkenning juist blijft groeien.

Een mens wordt geboren met ongeveer 2500 verbindingen per hersencel. Elke dag krijgt hij er meer bij; op 3 jaar is dat al 15.000. En dat aantal blijft groeien – tot je de pubertijd bereikt. Dan begint het grote snoeien, ‘pruning’. De verbindingen die je niet meer gebruikt, worden gewist. Tegen de tijd dat je volwassen bent, heb je helft van je hersenverbindingen verloren, waarna het aantal stabiel blijft.

Dat is althans wat neurowetenschappers altijd dachten. Maar een studie van Stanford University toont nu aan dat één hersengebied niet meedoet aan het grote snoeien. Sterker nog, het groeit door tot in de volwassenheid.

Als dag en nacht

Hoofdonderzoeker Kalanit Grill-Spector en haar team keken naar twee regio’s in de gyrus fusiformis, een hersengebied aan de onderkant van de grote hersenen. De ene regio is betrokken bij het herkennen van gezichten, de ander bij het herkennen van locaties. Hoewel ze wat betreft functie op elkaar lijken, verschillen ze op cellulair niveau als dag en nacht van elkaar, zo schreven de onderzoekers al eind vorig jaar in het wetenschappelijk tijdschrift Cerebral Cortex.

Vandaag publiceerde Grill-Spector en collega’s in Science over hun studie naar 22 kinderen (tussen 5 en 12 jaar) en 25 volwassenen (22-28 jaar). De hersenen van de proefpersonen werden gescand, en zowel de activiteit als de hoeveelheid weefsel in de twee hersengebieden werden vergeleken.

Gezichten herkennen

Tot grote verrassing van de onderzoekers bleek het gezichtsherkenningsregio te zijn gegroeid bij de volwassenen, terwijl het gebied voor locatieherkenning hetzelfde is gebleven. Deze weefselgroei komt overeen met de toename in functie: het vermogen om gezichten te herkennen én de hersenactiviteit nam toe naarmate het gebied groter was.

Modellen toonden aan dat de groei niet te wijten was aan de toename van myeline (de vettige witte substantie om uitlopers van hersencellen), maar echt een toename bleek in het aantal hersencellen en de uitlopers daarvan.

Gezichtsblindheid

Grill-Spector hoopt nu dat deze bijzondere ontdekking een aanzet kan zijn tot meer onderzoek naar de eventuele groei van andere hersengebieden. En dat in de toekomst de vraag kan worden beantwoord wat er precies misgaat bij de 2 procent van de volwassenen die slecht is in gezichtsherkenning (gezichtsblindheid).

Bronnen: Science, AAAS via EurekAlert!, Stanford University via EurekAlert!

Beeld: Jesse Gomez en Kalanit Grill-Spector/Vision and Perception Neuroscience Lab