Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Een jarenlang debat onder wetenschappers lijkt beslecht: het vreemde Tully-monster was toch niet in het bezit van een wervelkolom. Zo wijst 3D-scanning van het fossiel uit.
Ogen op steeltjes, een slurfachtig uitsteeksel met scherpe tandjes aan het uiteinde. Het 20 centimeter lange Tully-monster was 300 miljoen jaar geleden een vreemd aanzicht in de modderige bodems van de hedendaagse Noord-Amerikaanse kust. Paleontologen stonden voor een raadsel, want door de bizarre anatomie was hij moeilijk te classificeren. Was het schepsel een gewervelde of niet? Een onderzoeksgroep van de Universiteit van Tokyo komt nu in het tijdschrift Palaeontology met het verlossende antwoord.
Lees ook:
- Meevallertje voor ongewervelde dieren?
- Oudste fossiel van moderne vogel ontdekt
- Oeroud ‘zacht fossiel’ onthult eigenschappen ichthyosauriër
Zacht weefsel
In 1958 zocht hobby-paleontoloog Francis Tully naar nieuwe fossielen in de Mazon Creek van de Amerikaanse staat Illinois. Hij stuitte daarbij op het overblijfsel van een wel heel bijzonder schepsel. Hij bracht het naar het Field Museum of Natural History in Chicago voor identificatie, maar de deskundigen daar waren stomverbaasd door de vreemde anatomie en wisten niet wat ze ermee aan moesten. Ze noemden het diertje – met een knipoog naar de vinder – Tullimonstrum gregarium, ofwel het ‘Tully-monster’. Inmiddels zijn er meer dan duizend fossielen van het diertje opgedoken.
Lang wilden paleontologen zich er niet aan branden, maar het laatste decennium barstte toch een ware strijd los onder paleontologen. Wie wist het vreemde schepsel zijn plaats te geven in de stamboom van het leven? De grootste uitdaging was om zijn lijf in kaart te brengen. In tegenstelling tot dinosauriërs en andere dieren met een skelet of hard pantser, bestond het Tully-monster slechts uit zacht weefsel. En dat liet alleen een afdruk achter in de bodemlaag.
Ziet eruit als een eend…?
In 2016 dachten onderzoekers van Yale University het te weten: het Tully-monster was een gewervelde. Dat leken ze te zien aan de chorda dorsalis (een soort voorloper van tussenwervelschijven), myomeren (de V-vormige rompspieren bij gewervelden, denk aan een stuk visfilet), een verlengde structuur op de kop (zoals de slurf bij olifanten) en rijen tanden die grenzen aan de mond (wat zou kunnen duiden op een kaak).
“Als iets eruitziet als een eend, zwemt als een eend en kwaakt als een eend, dan is het waarschijnlijk een eend”, gaat hier vast op, dachten de onderzoekers. Maar klopt dat hier wel? Of zagen ze slechts wat ze wilden zien? Ja, lijkt een nieuwe studie te zeggen. De Japanners, onder leiding van Tomoyaki Mikami, besloten ruim 150 fossielen van het Tully-monster aan state-of-art-3D-laserscanning te onderwerpen.
Plakjes van het monster
Het resultaat was een driedimensionale gekleurde kaart van het schepsel. Dankzij kleurcodes kon het team elk piepklein detail terugvinden en analyseren. Ook maakten Mikami en collega’s met behulp van microtomografie – waarbij met een röntgenlaser ‘plakjes’ in beeld worden gebracht – een 3D-model van het Tully-monster.
De vermeende chorda dorsalis bleek een segmentatie te vertonen die geen enkele gewervelde bezat. En de eerder waargenomen myomeren bleken helemaal niet aanwezig. Ook de andere genoemde structuren bleken meer weg te hebben van een dier zonder wervelkolom dan een met. Kortom: het Tully-monster was géén gewervelde.
Goede argumentatie
Is het pleit daarmee definitief beslecht voor het prehistorische dier? Paleontoloog Lars van den Hoek Ostende van het Naturalis Biodiversity Center denkt van wel. “Het verhaal achter het Tully-monster is dat onderzoekers eerst niet wisten waar ze naar keken. En dan ga je maar interpreteren, wat vaak wishful thinking is. Omdat paleontologen vaker te maken hebben met een gewervelde dan met een weekdier of anemoon, interpreteer je zo’n vreemd dier dan in eerste instantie automatisch als zijnde van de eerste categorie.”
In deze studie zeiden de onderzoekers volgens hem: ‘Nou, ik zie het niet.’ “Ze missen toch echt de harde bewijzen voor een gewervelde. Een van de duidelijkste is het ontbreken van de myomeren. Deze V-vormige spierparen zie je al bij de vroegste gewervelden van 500 miljoen jaar geleden. Samen met andere ontbrekende structuren maken de auteurs van de studie een goede argumentatie dat we het Tully-monster toch echt niet tot de gewervelden kunnen rekenen.”
Experiment van de natuur?
Ook paleontoloog Leon Claessens van de Universiteit Maastricht is onder de indruk van het onderzoek. “Deze studie blinkt uit dankzij het grote aantal exemplaren van het Tullimonstrum en de meer dan 70 fossielen van andere dieren om mee te vergelijken. De auteurs brengen zeker overtuigend bewijst dat het enigmatisch fossiel geen gewervelde betreft.”
Maar waartoe behoort het Tully-monster dan wel? Mikami en zijn team hebben wel ideeën. Zo zou het ‘monster’ een ongewerveld chordadier kunnen zijn, en daarmee een ‘neef’ van onder meer het lancetvisje. Of hij zou een lid kunnen zijn van een protostomia, een vrij grote diergroep, met bijvoorbeeld insecten, wormen en slakken.
“De discussie over wat voor soort dier het Tully-monster was is zeker nog niet klaar”, vertelt Claessens.” “Het dier zou ook weleens iets kunnen zijn dat we niet in de huidige diertakken kunnen plaatsen”, voegt Van den Hoek Ostende toe. “Het zou zelfs een soort experiment van de natuur kunnen zijn. Ik weet het niet en hou me bij wat ik kan zien. It’s life, Jim, but not as we know it.”
Bronnen: Palaeontology, University of Tokyo via EurekAlert!
Beeld: Sean McMahon/Yale University