Door een genetische analyse krijgen we weer meer inzicht in de verspreiding van katten door de jaren heen.
Dat de oude Egyptenaren dol waren op katten is oud nieuws, maar ze waren niet de enigen, zo zou blijken uit nieuw onderzoek. Zeevaarders, waaronder zelfs de stoere Noormannen, zagen het dier ook graag. Ze namen ze zelfs mee op hun schepen. Die tochtjes kunnen een grote rol hebben gespeeld in het verspreiden van de huiskat. Dat hebben wetenschappers onder leiding van Eva-Maria Geigl bekendgemaakt op een conferentie in Oxford.
Tot deze conclusie kwamen de onderzoekers na het bestuderen van het DNA van 209 overleden katten. De stoffelijke overschotten van de dieren kwamen van meer dan dertig verschillende archeologische vindplaatsen verspreid over Afrika, Europa en het Midden-Oosten. De beesten zijn tussen de 300 en 15.000 jaar geleden gestorven.
Twee periodes
De verspreiding van huiskatten is volgens de onderzoekers in twee periodes verlopen. De eerste periode vond plaats tijdens de opkomst van de landbouw circa 12.000 jaar geleden. Boeren trokken vanuit het Midden-Oosten in de richting van het Middellandse-zeegebied, waar ze land begonnen te verbouwen. Door de boerennijverheid werden veel knaagdieren aangetrokken, die op hun beurt weer veel katten aantrokken. De boeren zagen het nut wel in van de poezen en besloten de beesten te temmen.
De tweede periode hebben we te danken aan de Egyptenaren. Die begonnen naar schatting zo’n 6000 jaar geleden met het domesticeren van katten. Vlak daarna begon de verspreiding over Europa en Afrika. Veel zeevaarders namen de dieren mee het schip op als een middel tegen ratten en muizen en dat gebruik werd door andere stammen overgenomen, zo zou blijken uit het onderzoek.
Ook zouden de katten mee mogen met de Vikingen, zo concluderen de onderzoekers aan de hand van een van de stoffelijke overschotten, gevonden in een Vikingplaats in Duitsland. Uit het DNA van de overleden kat werd duidelijk dat zijn afkomst kon worden herleid tot Egypte. Een merkwaardige vondst, vinden de onderzoekers.
Korreltje zout
Historicus Luit van der Tuuk vindt het mooi dat er DNA-onderzoek is gedaan, maar neemt de uitkomst vooralsnog met korreltje zout. “Het is opmerkelijk dat dit dier Egyptische roots had, maar één zwaluw maakt nog geen zomer.” Ook is er nog geen artikel over het onderzoek gepubliceerd in een wetenschappelijk tijdschrift.
Bronnen: Nature, Live Science