Hippocamp: Neptunus’ nieuwste maan

kijkmagazine

21 februari 2019 15:59

hippocamp

Het maantje zou deel zijn geweest van buurmaan Proteus, maar werd als gevolg van een komeetinslag de ruimte in gezwengeld.

Maak kennis met de nieuwste maan van Neptunus: Hippocamp. Sinds de ontdekking van de natuurlijke satelliet in 2013, hebben astronomen hem flink onder de loep genomen. Dat heeft het maantje niet alleen een nieuwe naam opgeleverd, maar leert ons ook meer over zijn ontstaan en geeft zelfs het een en ander weg over de gasreus waar die omheen draait. Het onderzoek werd onlangs gepubliceerd in vakblad Nature.

Lees ook: Hubble vindt nieuw maantje van Neptunus

Buurplaneet Neptunus heeft maar liefst veertien manen, waaronder kleine, recent ontdekte ‘ruimterots’ Hippocamp. © SETI Institute

Kleintje

Hippocamp is net als de dertien andere manen van Neptunus vernoemd naar een figuur uit de Romeinse of Griekse mythologie. In dit geval is dat de hippocampus, een zeewezen dat half-paard, half-vis is. Met een diameter van ongeveer 34 kilometer is het maantje verreweg de kleinste van de veertien die rond Neptunus draaien. Dat is waarschijnlijk ook de reden waarom hij niet werd opgemerkt door Voyager 2 tijdens diens scheervlucht langs de gasreus in 1989.

Voorheen ging het kleine hemellichaam onder de noemer S/2004 N 1 door het leven. S voor satelliet, N voor Neptunus en 2004 voor het ‘ontdekkingsjaar’. “De eerste foto komt namelijk uit 2004”, legt astronoom Ignas Snellen (Universiteit Leiden) uit. “Maar nu pas is er genoeg data om zeker te weten dat het om een maantje gaat.”

De eerste foto waarop Hippocamp te zien is, werd gemaakt door de Hubble-ruimtetelescoop in 2004. Het was echter pas in 2013 dat men met behulp van nieuwe technieken de omtrekken van het maantje spotte (rode vierkanten). © Mark R. Showalter, SETI Institute

“Het maantje zelf is maar heel klein”, vertelt Snellen, die laat weten dat hij vooral geboeid is door de banen. “Vooral de manier waarop de maantjes elkaars baan beïnvloeden, en de evolutie van die banen, is interessant”, vertelt hij. Elke 22 uur maakt Hippocamp een rondje om Neptunus. Dat doet het maantje met een snelheid van meer dan 32.000 kilometer per uur – tienmaal sneller dan onze eigen maan.

‘Losgebroken’

Het satellietsysteem van Neptunus – de gasreus en de manen die om hem heen draaien – bestaat uit grofweg twee delen: de maantjes binnen, en die buiten de baan van Triton. Al lange tijd vermoeden astronomen dat de maantjes in die binnenste ring zijn gevormd uit de ‘resten’ van talloze botsingen tussen kometen en (oudere) manen.

Ook Hippocamp zou volgens de onderzoekers, verbonden aan het SETI-instituut, op een dergelijke manier ontstaan zijn. Het kleine maantje bevindt zich namelijk vlakbij Proteus, met een diameter van ongeveer 400 kilometer, de op Triton na grootste van Neptunus’ manen. Op slechts 12.000 kilometer afstand begeven de twee zich volgens het team té dicht bij elkaar om niets met elkaar te maken te hebben.

Op deze foto, gemaakt door Hubble in 2009, werd Hippocamp in 2013 ontdekt (rode vierkant). © Mark R. Showalter, SETI Institute

De astronomen denken dat Hippocamp ooit deel was van buurmaan Proteus, totdat een komeet miljarden jaren geleden tegen de maan knalde en grote brokstukken de ruimte in zwengelde. Eén van die brokstukken werd waarschijnlijk het maantje Hippocamp. Dit idee wordt versterkt door de aanwezigheid van een gigantische impactkrater op Proteus.

Missie Neptunus

Aan de hand van Hippocamps bijzonder cirkelvormige omloopbaan, vermoeden de onderzoekers dat het daar niet bij bleef. Waarschijnlijk knalde het maantje zo’n negen keer door botsingen met ruimtepuin uit elkaar, waarna de zwaartekracht het telkens weer aan elkaar ‘plakte’. Na elk nieuwe ‘ontstaan’ van Hippocamp zou de zwaartekracht van Neptunus het maantje in een rondere baan getrokken hebben.

Of het bij veertien manen blijft voor Neptunus moeten we nog maar afwachten. Hoofd van het onderzoek, Mark Showalter, denkt dat er misschien nog wel een paar bijkomen. Maar, meent de astronoom, willen we die vinden, dan moet er een ruimtescheepje naar de gasreus om de boel van dichterbij te bekijken. De Hubble-observaties heeft hij tot op de bodem uitgeplozen.

Bronnen: Nature, SETI Institute, New Scientist

Beeld: NASA, ESA, M. Showalter/SETI Institute, J. Olmsted/SETI Institute

KIJK 3/2019Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Bestel dan hier ons nieuwste nummer. Abonnee worden? Dat kan hier!