Na jaren zwoegen, vertoonde het op een na grootste Britse vliegdekschip afgelopen week de ‘eerste tekenen van leven’ – de motoren werden gestart.

Met een druk op de knop brak een mooi moment aan voor de Royal Navy. Voor het eerst werden afgelopen week de dieselgeneratoren van de HMS Prince of Wales gestart. Met 65.000 ton is het, op ‘moederlief’ HMS Queen Elizabeth na, het grootste vliegdekschip van de Britse militaire vloot.

Lees ook: HMS Queen Elizabeth is thuis in Portsmouth

Eerste levenstekenen

Sinds 2011 wordt er hard aan het vliegdekschip gewerkt. Alle energie nodig bij de bouw van wat toen vooral nog een gigantische homp staal was, kwam vanuit de haven of trok men uit draagbare generatoren. Niet meer: onder toeziend oog van 40 ingenieurs was het afgelopen week in de Rosyth werf in Schotland go time voor de vier Wärtsilä dieselgeneratoren.

De Wärtsiläs knalden er elk een behoorlijke 11 megawatt aan energie uit, voldoende om zo’n 25.000 mensen van energie te voorzien. Maar daar blijft het niet bij voor de ‘Prince of Wales’; de Finse generatoren leveren slechts 40 procent van de energie dat het vliegdekschip vereist.

Volle bak

De rest van de energie zal afkomstig zijn van twee Rolls-Royce MT30 hoofdmotoren, die voorlopig nog in ‘slaapstand’ staan. Met hun 40 megawatt elk – grofweg genoeg om 80.000 mensen te onderhouden – zullen die het bakbeest uiteindelijk aan gaan drijven.

Als alle zes motoren up and running zijn, leveren ze voldoende energie om onder andere de 1500 bemanningsleden, 250 mariniers, 40 Lockheed Martins F-35B Lightning II straaljagers, een variatie aan helikopters, radar en een scala aan geautomatiseerde systemen te onderhouden.

In 2019 zal de HMS Prince of Wales naar Portsmouth varen en daar vliegdekschip Queen Elizabeth vergezellen.

Bronnen: Royal Navy

Beeld: Royal Navy

Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Bestel dan hier ons nieuwste nummer. Abonnee worden? Dat kan hier!