Hoe begreep het verzet in WOII codeberichten?

KIJK-redactie

26 oktober 2012 09:00

WOII

Maurits Korthals Altes mailt: “Hoe spraken de geallieerden en het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog af waar een boodschap als ‘Les dés sont sur le tapis’ (de dobbelstenen zijn geworpen) voor stond?”

Het antwoord op deze vraag is in zekere zin te vinden in de tv-serie ‘Allo ‘Allo! Daarin loopt een als Franse politieman vermomde agent van de Engelse geheime dienst rond. Het verzet in Frankrijk (en in andere West-Europese landen) communiceerde namelijk niet alleen via radio’s. Vanuit Engeland werden mannen en vrouwen gedropt die informatie meebrachten.

De eerste agent van de Special Operations Executive (SOE) in Frankrijk was Georges Bégué, die op 5 mei 1941 met een zware zendinstallatie arriveerde. Vier dagen later al stuurde hij een radioboodschap naar Londen. Bégué bedacht de zogenoemde messages personnels: onschuldig klinkende mededelingen (in de trant van “Jean heeft een lange snor”) die een van tevoren afgesproken sein waren om bijvoorbeeld een sabotageactie in gang te zetten of de komst van een nieuwe agent aan te kondigen.

Zoals de Engelse historicus Antony Beevor in zijn boek over D-Day beschrijft, had de SOE aan de vooravond van de invasie contact met 137 radioposten van het Franse verzet. Niet alle SOE-agenten bleven in bezet gebied. Vaak keerden ze via het neutrale Spanje naar Engeland terug. Dezelfde route namen honderden bemanningsleden van neergehaalde geallieerde vliegtuigen die door verzetsmensen in Nederland, België en Frankrijk uit handen van de Duitsers waren gehouden.

Ook een vraag voor de rubriek ‘KIJK antwoordt’? Mail hem naar info@kijk.nl!