Zeesterren zie je vaak vastgeklampt aan een steen, maar de dieren moeten zich natuurlijk ook zo nu en dan verplaatsen. Hoe doen ze dat?
Zeesterren, zoals de meeste mensen die kennen, hebben een middenstuk en vijf armen. Het lijkt logisch dat een zeester zijn armen één voor één optilt en zich op die manier voortbeweegt, maar dat is niet zo. Aan de onderzijde van de armen zitten tot wel duizenden pootjes met zuignappen.
Buisvoetjes
Deze pootjes, ‘buisvoetjes’ genaamd, rekken uit naar voren en zuigen zich vast aan de ondergrond een klein stukje verderop. Vervolgens krimpt zo’n voetje in en trekt zo het lichaam van de zeester mee. De buisvoetjes bewegen onafhankelijk van elkaar, maar zorgen samen voor genoeg kracht om de rest van het lichaam van de zeester van A naar B te brengen.
Door al die pootjes is een zeester niet bepaald een snel dier. Maar het grote voordeel is wel dat hij zich als geen ander aan de zeebodem kan vastklampen, en dat is heel erg handig bij de soms sterke stroming onder water.
Onderstaand filmpje toont de buisvoetjes van een zeester:
Deze vraag kon je vinden in KIJK 7/2018.
Ook een vraag voor de rubriek ‘KIJK antwoordt’? Laat hem via onderstaand formulier achter.
[contact-form-7 id=”141402″ title=”Vraag antwoord formulier”]
Tekst: Jasper Verhaar
Beeld: NOAA/CC BY-SA 2.0
Heb jij de KIJK-scheurkalender 2019 al? Deze staat vol intrigerende feiten uit de wereld van de wetenschap en technologie. Met leuke quotes, plus elke dag een ‘verjaardag’: van een bijzonder persoon of een opmerkelijke gebeurtenis. Bestel hem hier!