Duitse wetenschappers hebben ontdekt welke gebieden van je brein ervoor zorgen dat je beweging kunt zien, ook wanneer je zelf beweegt.
Hier volgt een breinbreker. Kijk even naar buiten, naar een voorbijrazend voertuig of een vliegende vogel. De pupillen in je ogen focussen zich op dat wat beweegt, en volgen die beweging door de ruimte heen. Strikt gezien zou je dus de indruk moeten hebben dat niet de auto of de vogel beweegt, maar de ruimte eromheen, aangezien je ogen afgesteld staan op dat wat beweegt. Duitse neurologen hebben nu ontdekt welke delen van ons brein ervoor zorgen dat dit niet gebeurt.
De neurologen lieten proefpersonen kijken naar een kleine stip die over een computerscherm stuiterde, als een soort screensaver. Ondertussen werd de hersenactiviteit van de vrijwilligers in kaart gebracht met een fMRI-scan. Twee gebieden in de hersenen bleken actief, bekend als V3A en V6, en elk speelt een rol bij de vergelijking die je hersenen maken tussen de beweging van je pupillen, de beweging van jezelf en de beweging van wat je ziet.
Supercomputer
Dat is een knap staaltje rekenwerk. Beide gebieden reageren supersnel op de informatie die binnenkomt, en kunnen selectief zijn in wat ze verwerken. Daardoor zie je objecten bewegen, en niet de ruimte er omheen. Daarnaast hebben de twee gebieden individuele taken. Gebied V3A reageert op beweging, ongeacht of we die beweging met onze ogen volgen of niet. Zodra je zelf gaat bewegen, komt gebied V6 in actie. Dat gebied kan de beweging plaatsen die we zien terwijl we zelf ook bewegen. Over dit proces denken we niet na; het vindt plaats in de supercomputer die ons onderbewustzijn is.
De neurologen hopen met deze informatie mensen te helpen wier hersenen niet goed samenwerken met de ogen. Oftewel, mensen die al duizelig worden bij het bewegen van hun pupillen.
Bron: Max Planck Gesellschaft