Kees Mous mailt: “Laatst hadden wij aan tafel een gesprek over duiken, onderzeeboten en ruimtevaart, waarbij de volgende vraag opkwam: hoe wordt ervoor gezorgd dat er voldoende zuurstof beschikbaar is in onderzeeboten en bijvoorbeeld het ISS?”
Om met de onderzeeboten te beginnen; dat ligt een beetje aan het type. De Nederlandse diesel-elektrische onderzeeboten moeten om de zoveel tijd vlak onder het wateroppervlak gaan varen om hun snuivermast omhoog te kunnen schuiven. Via die mast kan zuurstof voor de bemanning en voor de dieselmotoren worden aangezogen. De diesels laden dan de batterijen op die voor de voortstuwing zorgen.
Om dat ‘snuiveren’ zo lang mogelijk uit te stellen (het vergroot namelijk de kans op detectie), zijn er zogenoemde shrubbers aan boord die kooldioxide uit de lucht halen, zodat die zo zuiver mogelijk blijft. Bovendien kunnen er in noodgevallen zuurstofkaarsen worden aangestoken. Dat zijn bussen waarin door middel van een chemische reactie zuurstof wordt geproduceerd.
De grotere, nucleaire onderzeeboten van bijvoorbeeld de Amerikaanse marine kunnen met hun kernreactors voldoende elektriciteit opwekken om zuurstof uit gezuiverd zeewater te halen. Dat gebeurt met Electrolytic Oxygen Generators (EOGs), apparaten die watermoleculen (bestaande uit twee waterstofatomen en één zuurstofatoom) door middel van elektrolyse opbreken en zo continu grote hoeveelheden zuurstof maken.
Ook in het ISS wordt op die manier zuurstof geproduceerd, al haalt het ruimtestation de hiervoor benodigde energie niet uit een kernreactor, maar uit zonnepanelen. De belangrijkste bron van zuurstof daar boven is water dat de bevoorradingsraketten aanvoeren. Dat wordt vaak eerst voor andere doelen gebruikt, waarna het afvalwater vanuit het Water Recovery System naar het Oxygen Generation System gaat. In geval van nood kan ook de ISS-bemanning trouwens terugvallen op flessen perslucht en zuurstofkaarsen.
Ook een vraag voor de rubriek ‘KIJK antwoordt’? Mail hem naar info@kijkmagazine.nl!
Beeld: NASA