Hier op aarde ontstond het leven zo’n 4 miljard jaar geleden – oftewel zo’n 10 miljard jaar na de oerknal, het moment waarop ons heelal werd geboren. Hoeveel eerder had leven kúnnen ontstaan?
Het antwoord op die vraag is onlosmakelijk verbonden met de scheikundige samenstelling van ons heelal. Voor leven zijn namelijk allerlei elementen nodig: koolstof, zuurstof, stikstof, fosfor, zwavel… En die waren er simpelweg nog niet vlak na de oerknal. Aanvankelijk bevatte het heelal alleen maar de drie lichtste elementen: waterstof, helium en een heel klein beetje lithium. Daar bouw je geen bacteriën van, laat staan mensen. Om dezelfde reden waren er overigens ook nog geen rotsachtige planeten – en dus geen plekken waar leven kon ontstaan en gedijen.
Eerste sterren
Zo’n 50 tot 100 miljoen jaar na de oerknal vormden zich echter de eerste sterren. In hun binnenste smolten die de lichte elementen waar ze uit bestonden samen tot zwaardere soorten, zoals zuurstof en koolstof. Vervolgens explodeerden ze als supernova’s, waarbij nóg zwaardere elementen ontstonden. Bovendien werden tijdens deze explosies de geproduceerde elementen het heelal in geslingerd. Uit die materie konden vervolgens weer nieuwe sterren ontstaan. Dat proces herhaalde zich een aantal keren, totdat er grofweg 1 miljard jaar na de oerknal voldoende zware elementen voorhanden waren om rotsachtige planeten en leven van te maken.
Overigens is het element koolstof daarbij de bottleneck: het duurde relatief lang voordat daar voldoende van was gemaakt. Had dit element niet zo’n cruciale rol gespeeld in leven-zoals-wij-dat-kennen, dan had leven misschien wel een half miljard jaar eerder kunnen ontstaan.
Deze vraag kon je vinden in KIJK 12/2018.
Ook een vraag voor de rubriek ‘KIJK antwoordt’? Laat hem via onderstaand formulier achter.
[contact-form-7 id=”141402″ title=”Vraag antwoord formulier”]
Tekst: Jean-Paul Keulen
Beeld: iStock/Getty Images
Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!