Ze zien er leuk uit: die ‘volwassen dwergbomen’ die een traditionele Japanse kunstvorm zijn. Maar hoe kweek je bonsaiboompjes eigenlijk?

Het kweken van zo’n miniatuurboompje is een hele opgave. Precisie, maar vooral een heleboel geduld is nodig om te komen tot wat de Japanners ‘een boom in een bak’ noemen. Bonsai is namelijk geen boomsoort op zich. Het is een duizend jaar oude snoeitechniek die wordt toegepast op allerlei soorten bomen. Dus je kunt van een heel jonge eik of een kastanje ook een bonsai maken, en waarschijnlijk is er ergens op de wereld wel eentje in bonsaiformaat te bewonderen.

Volwassen dwergboom

De truc voor het kweken van een bonsai zit hem in – je raadt het al – het klein houden. Van nature groeit een boom vooral omhoog, maar dat is dus wat een bonsai-fanaat niet wil. Daarom snoeit hij de opgaande en zijwaartse takjes terug, terwijl de andere uitlopers blijven vertakken. Een echte bonsai moet eruitzien als een volwassen boom, maar dan in het klein.

De jonge takjes worden daarom aan een koperdraadje gebonden en daarmee voorzichtig in een natuurlijk ogende positie gebogen. Uiteraard mag bij een tentoonstelling geen draadje meer te zien zijn. Een wereldberoemde bonsai is die van de familie Yamaki. Hij gaat al zes generaties mee en is bijna vierhonderd jaar oud. Extra bijzonder is dat deze bonsai in Hiroshima stond en de atoombom van 1945 overleefde.

Deze vraag kon je vinden in KIJK 2/2018.

Ook een vraag voor de rubriek ‘KIJK antwoordt’? Laat hem via onderstaand formulier achter.

[contact-form-7 id=”141402″ title=”Vraag antwoord formulier”]

Tekst: Jasper Verhaar

Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Bestel dan hier ons nieuwste nummer. Abonnee worden? Dat kan hier!