30 jaar na de ontdekking van HIV laten verschillende onderzoeken naar het voorkómen van besmetting positieve resultaten zien.
Rome was van 17 tot en met 20 juli de locatie van de internationale aidsconferentie. Op deze jaarlijkse bijeenkomst worden alle ins en outs van het onderzoek naar HIV en aids gepresenteerd. En dit jaar waren er drie onderzoeken die, door hun hoopgevende karakter, extra veel aandacht kregen van de wetenschappelijke wereld rond HIV.
Een van de toppers op de conferentie was een studie naar treatment as prevention (‘behandeling als preventie’). Aan dit onderzoek deden 1763 stellen mee, waarvan één partner was geïnfecteerd met HIV. De helft van die geïnfecteerden kreeg onmiddellijk HIV-remmers, terwijl de andere helft moest wachten tot ze daarvoor, volgens de richtlijnen, in aanmerking kwamen. Het doel van dit onderzoek was om aan te tonen dat eerdere behandeling van de geïnfecteerde partner besmetting van zijn of haar wederhelft kan voorkomen. En dat bleek het geval: de kans op overdracht in de eerste groep verminderde met een indrukwekkende 96 procent.
De twee andere onderzoeken die uitgebreid aandacht kregen in Rome keken ook naar het gebruik van HIV-remmers, maar dan bij mensen die zelf niet waren geïnfecteerd. Eerder werd bij homoseksuele mannen al aangetoond dat zij bij het regelmatig slikken van HIV-remmers 44 procent minder kans hadden om te worden besmet met de ziekte. Nu hebben twee andere onderzoeken dezelfde trend ook laten zien bij heteroseksuelen. Die studies keken naar mensen met een relatie en singles, en die hadden respectievelijk 73 en 63 procent minder kans om HIV op te lopen als zij dagelijks HIV-remmers slikten.
Hoewel dit hoopvolle geluiden zijn, kleven er nog wel wat praktische bezwaren en ethische vragen aan de resultaten. Meer achtergrond bij deze onderzoeken, maar ook meer informatie over de andere ontwikkelingen rondom het onderzoek naar HIV, binnenkort in KIJK!
Bronnen: Lancet, New Scientist, PopSci
Beeld: DCD/C.Goldsmith