De Britse overheid heeft besloten om 60 miljoen pond (69 miljoen euro) te investeren in de ontwikkeling van een spectaculair ruimtevliegtuig, de Skylon. En dat kan een game changer worden.
De Skylon kan, net als de Virgin SpaceShipOne van Richard Branson, als een vliegtuig opstijgen en naar de ruimte vliegen. Daar kun je dan, in het geval van de SpaceShipOne, voor veel geld een minuut of zes gewichtloos zijn, waarna de terugtocht naar de aarde begint.
Maar waar Bransons toestel blijft steken aan de rand van de ruimte (110 kilometer hoogte), gaat de Skylon veel verder. Dat zorgt ervoor dat je als spacetoerist niet een paar minuten, maar uren of, als bijvoorbeeld Bigalow er ooit in slaagt om een ruimtehotel te bouwen, zelfs weken in het buitenaardse kunt blijven.
De uitdaging zit hem in de eerste 100 kilometer en er wordt al jaren gezocht naar manieren om die afstand snel en efficiënt te overbruggen. Straalmotoren zijn voor de eerste kilometers heel geschikt omdat ze de benodigde zuurstof gewoon uit de atmosfeer kunnen halen, maar werken niet in de ruimte. Buiten de atmosfeer zijn traditionele raketten weer erg efficiënt. Maar het nadeel daarvan is dat ze niet alleen hun eigen brandstof mee moeten nemen, maar ook de enorme hoeveelheden zuurstof om die te verbranden. (Bij een ‘normale’ raket gaat het al snel om 150.000 kilo vloeibare zuurstof in externe tanks.)
En dus bedacht het Britse Reaction Engines Ltd, het bedrijf dat de Skylon ontwikkelt, de Synergetische Air-Breathing Rocket Engines (SABRE). Dit is een soort hybride straal- en raketmotor.
Er is een flinke snelheid nodig om aan de aardse zwaartekracht te ontsnappen. Maar bij snelheden van meer dan vijf keer de geluidssnelheid (Mach 5) wordt de door een straalmotor aangezogen lucht zo heet dat de motoren te weinig vermogen leveren. Reaction Engines heeft dat opgelost door de aangezogen lucht met behulp van helium en vloeibare stikstof te koelen.
Het eerste stuk legt het vliegtuig af op waterstof. Als het toestel eenmaal tot 25 kilometer hoogte is geklommen en er geen zuurstof meer uit de lucht kan worden gehaald, worden de straalmotoren omgeschakeld naar de raketbrandstof. Daarbij wordt een relatief kleine hoeveelheid meegenomen vloeibare zuurstof gebruikt om de Skylon naar Mach 22 (een dikke 25.000 kilometer per uur) en de ruimte in te stuwen.
In het najaar van 2012 bleek uit tests van ruimtevaartorganisatie ESA dat de belangrijkste technologie die nodig is voor SABRE werkt. En dat gaf de Britse regering schijnbaar zo veel vertrouwen dat het er graag geld in wil pompen.
Ruimtetoerisme is overigens niet het enige doel van de Skylon. Het toestel kan ook via de ruimte in no time van Amsterdam naar Australië vliegen. Daarnaast kan het als supersnel en herbruikbaar vrachtvliegtuig dienen voor bijvoorbeeld het International Space Station. De Britten denken dat een Skylon zo’n 22 keer de ruimte in kan.
Als alles volgens plan verloopt, kunnen de eerste testvluchten in 2019 van start. In 2022 zou de Skylon dan voor het eerst een bezoek kunnen brengen aan het ISS.
Bronnen: The Guardian, Reaction Engines
Beeld: Reaction Engines